Paragraaf 7 - Standpunt en argumenten

Paragraaf 7
De Brug
Standpunt en argumenten
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 7
De Brug
Standpunt en argumenten

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoel: je weet hoe je een standpunt en argumenten kunt herkennen in een tekst en je kan zelf argumenten formuleren.

- Terugblik
- Uitleg theorie
- Opdr. 1, 2 en 3 maken

Slide 2 - Slide

Tot welk verband hoort het signaalwoord 'indien'?
A
vergelijkend
B
chronologisch
C
voorwaardelijk
D
toegevend

Slide 3 - Quiz

Tot welk verband hoort het signaalwoord 'evenals'?
A
tegenstellend
B
vergelijkend
C
toegevend
D
oorzakelijk

Slide 4 - Quiz

Tot welk verband hoort het signaalwoord 'uiteindelijk'?
A
chronologisch
B
opsommend
C
oorzakelijk
D
doel-middel

Slide 5 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het verband 'oorzakelijk'?
A
tenzij
B
opdat
C
waardoor
D
zodat

Slide 6 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het verband 'redengevend'?
A
dan ook
B
om te
C
daardoor
D
derhalve

Slide 7 - Quiz

Wat betekent het functiewoord 'aanleiding'?

Slide 8 - Open question

Wat betekent het functiewoord 'tegenwerping'?

Slide 9 - Open question

Uitleg theorie: standpunt en argumenten
  • Als je een standpunt inneemt, dan geef je je mening over die zaak. 
  • Je kunt een standpunt soms herkennen aan signaalwoorden: ik vind, volgens mij, ik denk dat, mijn conclusie is dat, dan ook, dus, daarom, kortom.
  • Met argumenten kun je je standpunt verdedigen of het standpunt van een ander aanvallen. Een argument kan voor of achter het standpunt staan.
  • Argumenten herken je vaak aan redengevende signaalwoorden: want, immers, omdat. Ook een dubbele punt kan een signaal geven.

Slide 10 - Slide

Uitleg theorie: standpunt en argumenten
  • Voorbeeld: Uit geheime opnames blijkt dat de dolfijnen in het Dolfinarium in veel te kleine zwembaden rondzwemmen (argument). Ik vind (signaal) dat het Dolfinarium de dolfijnen slecht verzorgt (standpunt).
  • Voorbeeld: In de nabije toekomst hoeven we nog meer 25 uur per week te werken (standpunt), want (signaal) steeds meer werk wordt ons door robots uit handen genomen (argument). 

Slide 11 - Slide

Opdr. 1 t/m 3 maken
- Blz. 35-37
- 1.1 alleen het standpunt onderstrepen
- In twee- of drietallen
- 10 min
- Daarna in groepjes uitwisselen
- Vervolgens klassikaal

Slide 12 - Slide