Herhaling lijdend voorwerp vervangen door persvnw

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Bonjour

Leerdoel

Na deze les heb ik het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord herhaald

Hoe zat het ook weer?

• Patrick leest het boek (LV = het boek)

Patrick leest het (LV = het)

• Zij kijkt altijd die film (LV = die film)

Zij kijkt hem altijd (LV = hem)

En:

• Hij koopt een auto voor haar (LV = een auto)

Hij koopt hem voor haar (LV = hem)

• Ik strijk een blouse (LV = een blouse)

Ik strijk hem (LV = hem)

Zinsdelen

Ma mère donne souvent des cadeaux

*Wat is het onderwerp in de zin?

Ma mère

*Wat is het gezegde in de zin?

donne

*Wat is het lijdend voorwerp in de zin?

des cadeaux

Lijdend voorwerp vervangen..

Ma mère donne souvent des cadeaux

LV = des cadeaux

..door een persoonlijk vnw

Ma mère donne souvent des cadeaux

We vervangen des cadeaux door le, la, l'of les

Des cadeaux is meervoud, dus les

Plaats in de zin

• Vóór het eerste werkwoord dat je in de zin tegenkomt

• Als er in de zin een heel werkwoord staat, dan vóór het hele werkwoord

Dus:

Ma mère donne souvent des cadeaux

Wordt:

Ma mère les donne souvent

À VOUS

Mon père achète des vaches

Door wat kan je des vaches vervangen?

1. la
2. les
3. l'
4. le

Ma soeur regarde un film
Door wat kan je un fim vervangen?

1. le
2. les
3. l'
4. la

Patrick roule une voiture rouge
Door wat kan je une voiture rouge vervangen?

1. la
2. l'
3. les
4. le

Monique achète le dvd de Starwars
Door wat kan je le dvd de Starwars vervangen?

1. l'
2. la
3. les
4. le

Mon père achète la voiture
Welke zin is correct?

1. Mon père le achète
2. Mon père l'achète
3. Mon père les achète
4. Mon père la achète

Jeanne fête son anniversaire
Welke zin is correct?

1. Jeanne la fête
2. Jeanne l' fête
3. Jeanne le fête
4. Jeanne les fête

Paul achète des cadeaux
Welke zin is correct?

1. Paul l'achète
2. Paul les achète
3. Paul le achète
4. Paul la achète

Maman a fait le gâteau
Welke zin is correct?

1. Maman le a fait
2. Maman a le fait
3. Maman l'a fait
4. Maman a l' fait

Let op de plaats:

Papa achète un cadeau (voor pers.vorm)

Papa l'achète

Papa a acheté un cadeau (voor pers.vorm)

Papa l'a acheté

Papa va acheter un cadeau (voor hele ww)

Papa va l'acheter

Tijdens het 8e uur

Duurt +/- 30 min.

Morgen het 5e uur

• Maken luistervaardigheid in LessonUp
• Ga naar LessonUp
• Ga naar je klas
• Kies de les Luistervaardigheid
• Luister naar de fragmentjes en maak de vragen