3VC Semaine 05 30M HH LV & MV vervangen

1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vervang het lijdend voorwerp en zet het op de juiste plek in de nieuwe zin.

Il donne trois cadeaux.

Slide 4 - Open question

Vervang het lijdend voorwerp en zet het op de juiste plek in de nieuwe zin.

Il ne donne pas trois cadeaux.

Slide 5 - Open question

Vervang het lijdend voorwerp en zet het op de juiste plek in de nieuwe zin.

Il va donner trois cadeaux.

Slide 6 - Open question

Vervang het lijdend voorwerp en zet het op de juiste plek in de nieuwe zin.

Il a donné trois cadeaux.

Slide 7 - Open question

Hoe herken je een meewerkend voorwerp in het Frans?

Slide 8 - Open question

Waar in de zin staat het pers. vnw. dat het lijdend of meewerkend voorwerp vervangt? Kies het beste antwoord.
A
Direct voor de persoonsvorm.
B
Direct voor de infinitief.
C
Direct voor de persoonsvorm tenzij er een infinitief in de zin staat.
D
Direct voor de persoonsvorm (ook bij ontkenning) tenzij er een infinitief in de zin staat, dan direct voor infinitief.

Slide 9 - Quiz

Vervang het meewerkend voorwerp en zet het op de juiste plek in de nieuwe zin.

Je demande un bonbon à ma mère.

Slide 10 - Open question

Vervang het meewerkend voorwerp en zet het op de juiste plek in de nieuwe zin.

Je peux demander un bonbon à ma mère.

Slide 11 - Open question

Vervang het meewerkend voorwerp en zet het op de juiste plek in de nieuwe zin.

J'ai demandé un bonbon à ma mère.

Slide 12 - Open question

Vervang het meewerkend voorwerp en zet het op de juiste plek in de nieuwe zin.

Je ne peux pas demander un bonbon à ma mère.

Slide 13 - Open question

Vertaal FN:

Je lui demande un bonbon.

Slide 14 - Open question