Hoofdstuk 11 - Transport

Hoofdstuk 11 - Transport
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 11 - Transport

Slide 1 - Slide

11.1
- Je beschrijft de bouw en functie van het hart en legt uit hoe slagvolume en hartslagfrequentie zich aanpassen aan de omstandigheden.
- Je beschrijft hoe artsen handelen bij een hartinfact.
- Je beschrijft de elektrische activiteit van het hart.
- Je beschrijft de rol van de hart- en slagaderkleppen in het hart.


Slide 2 - Slide

Hart
  • Slagvolume: hoeveelheid bloed die per hartslag hartkamer verlaat
  • Hartslagfrequentie: aantal hartslagen per minuut
  • Hartminuutvolume: hoeveel bloed er per minuut het lichaam rondgaat

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

begin vulfase - eind vulfase - pompfase

Slide 5 - Slide

Dotterbehandeling met stent
Bypassoperatie

Slide 6 - Slide

11.2
- Je beschrijft de grote en kleine bloedsomloop.
- Je beschrijft de bouw en functie van de drie typen bloedvaten.

Slide 7 - Slide

Bloedsomloop
  • Kleine bloedsomloop: longslagader vervoert zuurstofarm bloed naar de longen, bloed neemt daar O2 op en geeft CO2 af. Zuurstofrijk bloed via longader terug naar hart.
  • Grote bloedsomloop:  aorta vervoert zuurstofrijk bloed naar alle organen via aftakkende slagaders. Bloed geeft in haarvaten O2 af en neemt CO2 op.
  • Bloed vervoert ook hormonen en afvalstoffen.

Slide 8 - Slide

Bloedvaten
  • Slagader van het hart weg, hoge bloeddruk, dikke wanden, diep in lichaam, kringspiertjes
  • Haarvaten één cellaag dik, kringspiertjes
  • Aders naar het hart toe, lage bloeddruk, dunne wanden, bevatten kleppen, minder diep in lichaam

Slide 9 - Slide

Houtvaten en bastvaten
  • Houtvaten holle buisjes van celwanden, met houtstof verstevigd, water en mineralen van bodem naar bladeren
  • Bastvaten langgerekte levende cellen, opgeloste suikers en andere organische stoffen van bladeren naar rest van plant

Slide 10 - Slide

Houtvaten
  • In bladeren en stengels waterverlies door verdamping via huidmondjes
  • Vormt een aanzuigende kracht voor watertransport
  • Wortels vullen dit verdampende water aan

Slide 11 - Slide

Watertransport wortelcellen
  • Opname water door wortelharen
  • Watertransport door celwanden en grondplasma cellen richting centrale cilinder
  • Actief transport van mineralen door endodermiscellen, water volgt door osmose
  • Worteldruk duwt water in centrale cilinder omhoog

Slide 12 - Slide

Sapstroom
  • Suikers fotosynthese via actief transport naar bastvaten, water volgt door osmose
  • Suikers op andere plaatsen via actief transport uit bastvaten naar cellen, water volgt weer door osmose

Slide 13 - Slide

11.3
- Je beschrijft hoe je de bloeddruk bepaalt.
- Je legt het verschil tussen boven- en onderdruk uit.
- Je legt uit hoe verschillen in bloeddruk en stroomsnelheid in de bloedvaten tot stand komen.
- Je legt uit hoe de uitwisseling van stoffen tussen bloed en weefsel tot stand komt.


Slide 14 - Slide

Bloeddruk
  • Druk van bloed tegen wand van hart en bloedvaten
  • Bovendruk: maximale druk op moment dat kamers samentrekken
  • Onderdruk: minimale druk tijdens de hartpauze

Slide 15 - Slide

Bloeddruk meten

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

11.4
- Je benoemt de functies van rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma.
- Je legt uit hoe je lichaam reageert op een tekort aan rode bloedcellen.
- Je beschrijft het O₂- en CO₂-transport door het bloed.
- Je beschrijft de bloedstolling.


Slide 18 - Slide

Bloed
  • Bloedplasma:  water met opgeloste stoffen (zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen, antistoffen)
  • Bloedcellen: ontstaan in rode beenmerg van platte botten uit stamcellen

Slide 19 - Slide

Rode bloedcellen
  • Geen celkern
  • Bevat hemoglobine met ijzer
  • Bloedarmoede
  • Epo

Slide 20 - Slide

Transport O2
  • Zuurstof via diffusie van longblaasje naar haarvaten
  • O2 bindt aan hemoglobine in rode bloedcellen
  • In haarvaten van actief weefsel gaat O2 door diffusie rode bloedcel uit en via weefselvloeistof naar cellen

Slide 21 - Slide

Transport CO2
  • Bij verbranding glucose komt CO2 vrij, via diffusie naar rode bloedcellen
  • Grootste deel CO2  bindt met water tot H2CO3 (door koolzuuranhydrase), valt uiteen tot HCO3-  en H+ 
  • HCO3-  diffundeert naar bloedplasma. 
  • Vrijgekomen H+ gebonden aan hemoglobine

Slide 22 - Slide

Transport CO2
  • HCO3- vanuit bloedplasma naar rode bloedcellen, vormt H2CO3 met H+ , wordt door koolzuuranhydrase meteen gesplitst in CO2 en H20
  • CO2 diffundeert naar longblaasjes
  • Water verdwijnt in bloed

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bloedplaatjes
  • Bloedstolling
  • Kleven vast aan beschadigde wand
  • Vallen uiteen en stoffen komen vrij
  • Samen met stollingsfactoren
  • Protrombine omgezet in trombine
  • Fibrinogeen omgezet in fibrine

Slide 25 - Slide

Witte bloedcellen
  • Afweer
  • Verschillende typen
  • Antistoffen

Slide 26 - Slide

11.5
- Je legt uit welke krachten een rol spelen bij de aanvoer en afvoer van weefselvloeistof.
- Je beschrijft de bouw en functie van het lymfesysteem en de betekenis van lymfe.

Slide 27 - Slide

Weefselvloeistof
  • Hoge druk begin haarvat zorgt voor filtratie
  • Opgeloste stoffen met bloedplasma mee het haarvat uit
  • Cellen halen voedingsstoffen uit weefselvloeistof en geven afvalstoffen aan weefselvloeistof af

Slide 28 - Slide

Resorptie
  • Grote eiwitmoleculen in haarvat (colloïden)  verhogen osmotische waarde
  • Hogere colloïd-osmotische druk in haarvat zorgt ervoor dat weefselvloeistof terugstroomt

Slide 29 - Slide

Lymfe
  • Niet alle weefselvloeistof terug haarvat in
  • Lymfevaten en lymfeknopen
  • Borstbuis komt uit in linker sleutelbeenader

Slide 30 - Slide

  • Hart, ecg, dotteren en bypass
  • Kleine en grote bloedsomloop, bloedvaten
  • Houtvaten en bastvaten, watertransport
  • Bloeddruk
  • Bloedplasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedstolling
  • Transport van zuurstof en koolstofdioxide
  • Weefselvloeistof en lymfe 

Slide 31 - Slide