Water versie 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Dinsdag 12 september 

- De vorige lessen heb ik teksten voorgelezen en heb je bepaald welk boek je het leukst vond. 

- Heb je de volgorde van voorkeur ook genoteerd?

- Zoek eens recensies van de andere boeken. Vind je een ander boek wellicht ook leuk? (10 minuten)

- We gaan nu naar de mediatheek. Hoe ga je nu bepalen of je een boek gaat lenen? 

Welke boeken zijn gelezen?

1. Vliegen - Paulien Wegkamp

2. Boy 7 - Miriam Mous

3 Het reservaat - Barbara Jurgens

4. Als vuur - Lara Lövestam

Wat ga je doen? Wat ga je leren?

- Je gaat kennismaken met nieuwe boeken!

- Je gaat leren hoe nieuwe woorden ontstaan, waar ze vandaan komen;

- je weet wat een dystopie  is;

- je kent het verschil tussen realistische en niet realistische verhalen en je kunt aangeven waar je voorkeur naar uitgaat;

- je kunt verslag doen van gebeurtenissen en ervaringen;

- je kunt aantekeningen maken doordat je hoofdzaken van bijzaken kunt onderscheiden;

- je kunt schema's maken;

- je kunt gebruikmaken van bronteksten bij een eigen tekst door te citeren en te parafraseren. 

- je kunt feedback geven en ontvangen. 

Nederland waterland

- Waarom wordt ons land ook wel zo genoemd?

- Wat zie je op de plaatjes op blz. 108/109; bespreek ze in tweetallen.

- Welk plaatje spreekt je het meest/minst aan?

Opdracht: maak twee kolommen in je schrift. Een met de negatieve kanten van water en een met de positieve kant. Gebruik de plaatjes. Gebruik de nummers van de plaatjes om in je lijstje te zetten. Doe het zo:

Bespreken uitkomsten!

Vrijdag 15 september 

Welkom

Telefoon in tas

10 minuten lezen 

Aan de slag!

Dinsdag 26 september  

Welkom!

Telefoon in tas!

Wanneer boek uit? Week 41: dinsdag 10 oktober. Opdracht: lapbook maken 

10 minuten lezen

Wat hebben we de vorige les ook alweer gedaan?

Vraag: wat betekent etymologie?

Huiswserk: Tekst 1 lezen: eerst de buitenkant, dan de binnenkant. Wat is de inleiding, wat zijn de kernzinnen, wat is het slot (is die er)? Maak opdracht 1.

Bespreken in drietallen: waar komen jullie niet uit?

Korte klassikale nabespreking, wat viel op? Betekenis moellijke woorden goed opschrijven voor het proefwerk!

Verder met opdracht 2 en 3. 

Woensdag 27 september 

Welkom!

Telefoon in telefoontas

10 minuten lezen (boek uit 17 oktober) 

Huiswerk maken opdr. 1, 2 en 3, blz. 110 en 111

Bespreken opdracht  1, 2 en 3 

- Groepjes van 3 leerlingen: bespreek elkaars antwoorden. 

- Waar kom je niet uit?

- Kort nabespreken waar de leerlingen niet uitkomen. 

Antwoorden komen na de les op classroom.

Vrijdag 29 september 

Welkom!

Telefoon in telefoontas

10 minuten lezen (Boek uit 10 oktober) 

Huiswerk: lees tekstfragmenten blz, 115 t/m 118

Alles verdrinkend water

Waar gingen de boekfragmenten over: 3 leerlingen vertellen (voor de klas) en vullen elkaar aan. 

Bespreek na met de vragen uit het boek of de kaartjes van Aidan Chambers: welke vragen zou je over dit fragment kunnen stellen? 

Leerlingen kunnen ook in groepjes nabespreken m.b.v. kaartjes. 

De leerlingen kunnen hun voor- of afkeer van het genre uitleggen en kunnen aangeven in hoeverre het boek realistisch is. 

1. Wie is Nina?

2. Wie is Max?

3. Waar woont Nina?

4. Waar woont Max?

5. Hoe is de omgeving waarin Nina is opgegroeid?

6. Hoe kun je weten dat de wereld in het boek een andere wereld is dan de wereld waarin wij leven?

7. Is dit een realistische wereld?

8. Wat zou er gebeurd zijn aan het begin van fragment 1?

9. Hoe zou het komen dat de Drogen in de wereld van de Natten met de nek worden aangekeken?

10. Wat is het grootste probleem in het boek, denk je?

11. Hoe zou het aflopen met Max en Nina?

12. Hoe zou het in dit boek aflopen. 

13. Dit boek is een dystopie? Spreekt dit genre jou aan? 

Leestips blz. 118

Zoek de samenvatting van de boeken op. Welke zou je best willen lezen? Waarom wel/niet? Geef 3 redenen. 

Dinsdag 3 oktober 

Welkom!

Telefoon in telefoontas

10 minuten lezen 

Lapbook laten zien

Kort aandacht aan de leestips op blz. 118

Mondeling verslag 

Je leert:

- je kunt verslag doen van gebeurtenissen en ervaringen

- je kent het verschil tussen een zakeiijk verslag en een persoonlijk verslag (verschil tussen feiten en meningen)

- je kent de 5 W+H-vragen

- je weet wat 'chronologische volgorde' betekent.

Inleidende opdracht

Je gaat een persoonlijk verslag geven van je vakantie. 

Je bereidt je verslag voor door antwoord te geven op de 5W+H-vragen

Waar staan de 5W+H-vraag voor?

Bedenk van tevoren:

- Van welke situatie wil je verslag doen?

- Welke 5W+H-vraag kun je daarbij bedenken?

- Geef antwoord op de vragen

- Bereid je verslag verder voor

Woensdag 4 oktober

Welkom

Telefoon in telefoontas

10 minuten lezen

Je gaat leren om mondeling verslag uit te brengen aan een groepje. 

Uitvoering inleidende opdracht

Groepjes van 3

Je doet verslag van wat je hebt voorbereid. Je mag blijven zitten. 

Daarna de groene uitleg op blz. 119 laten lezen en verder met opdracht 1 blz. 119/120 ===> zakelijke verslag 

Vrijdag 6 oktober 

Welkom!

Telefoon in telefoontas

10 minuten lezen

Wat ga je leren? Je gaat leren hoe je een zakelijk verslag kunt houden. Je gaat leren hoe je aantekeningen kan maken. 

Het houden van een mondeling zakelijk verslag

Groepjes van 4-tallen. 

Er zijn verslaggevers en boeren. De verslaggever doet zijn verslag en de boeren kijken hoe het gaat.  Daarna doen de boeren hun verslag. Let op de volgende zaken:

- inleiding

- middenstuk slot: deelonderwerpen

- slot 

Wat zijn de verschillen? 

Aantekeningen maken

Je leert:

- aantekeningen te maken bij een kijkfragment

- hoofd- en bijzaken te onderscheiden aan de hand van structurerende zinnen en signaalwoorden

Je gaat het filmpje bekijken. Daarin krijg je antwoorden op de volgende vragen:

* Wat zijn eigenlijk structurerende zinnen?

* Wat zijn eigenlijk signaalwoorden? 

apps.noordhoff.nl

Voorbeelden structurerende zinnen

Voorbeelden verbanden en signaalwoorden

Wat heb ik je willen leren? 

Woensdag 10 oktober 

Welkom!

Telefoon in tas

De vorige keer zijn we geëindigd met het maken van aantekeningen.

Zo maak je aantekeningen

- Noteer het onderwerp

- Schrijf de belangrijkste informatie op in steekwoorden

- Gebruik symbolen om verbanden aan te geven 

- Gebruik afkortingen

Schematische

afbeeldingen

Waar denkt 

deze persoon

aan? 

Je leert om informatie

uit afbeeldingen te halen

en informatie in een schema 

te noteren.

Schema's

Opdracht 1 blz. 123 samen

Leerlingen gaan aan de slag met opdracht 2 en 3. Tekst 1 samen lezen. Denk aan termen als inleiding, middenstuk, slot, kernzinnen en toelichting. Huiswerk! 

Parafraseren en citeren

Je leert:

- de termen parafraseren, parafrase, citeren, citaat en bron.

- te parafraseren en te citeren. 

Inleiding

Een leerling vertelt een verhaal over iets wat onlangs is gebeurd. Een andere leerling parafraseert het verhaal en weer een andere leerling citeert er een deel uit. 

Dit gebeurt een paar keer.

Dan de uitleg op blz. 127. 

Lees tekst 1 of laat de leerlingen de tekst lezen.

Maak opdracht 1 en 2 (docent: download de extra tekst voor de leerlingen) 

Een lapbook maken! 

Eventueel samen een planning maken om het lapbook op tijd klaar te hebben. Samen een datum plannen. 

Bespreek de opdrachten.