Thema water - klas 2 havo/vwo

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat ga je doen? Wat ga je leren?
- Je gaat kennismaken met nieuwe boeken!
- Je gaat leren hoe nieuwe woorden ontstaan, waar ze vandaan komen;
- je weet wat een dystopie  is;
- je kent het verschil tussen realistische en niet realistische verhalen en je kunt aangeven waar je voorkeur naar uitgaat;
- je kunt verslag doen van gebeurtenissen en ervaringen;
- je kunt aantekeningen maken doordat je hoofdzaken van bijzaken kunt onderscheiden;
- je kunt schema's maken;
- je kunt gebruikmaken van bronteksten bij een eigen tekst door te citeren en te parafraseren. 
- je kunt feedback geven en ontvangen. 

Slide 2 - Slide

Nederland waterland

- Waarom wordt ons land ook wel zo genoemd?

- Wat zie je op de plaatjes op blz. 108/109; bespreek ze in tweetallen.

- Welk plaatje spreekt je het meest/minst aan?

Opdracht: maak twee kolommen in je schrift. Een met de negatieve kanten van water en een met de positieve kant. Gebruik de plaatjes. Gebruik de nummers van de plaatjes om in je lijstje te zetten. Doe het zo:








Bespreken uitkomsten!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Vraag: wat betekent etymologie?
Opdracht: lees de uitleg op blz.  110. Wat weet je nu meer over etymologie? Schrijf de belangrijkste termen en hun betekenis in je schrift. 

Bespreken aantekeningen in schrift. 

Aan de slag met opdracht 1, 2 en 3


Slide 5 - Slide

Bespreken opdracht 1, 2 en 3 
- Groepjes van 3 leerlingen: bespreek elkaars antwoorden. 
- Waar kom je niet uit?
- Kort nabespreken waar de leerlingen niet uitkomen. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Alles verdrinkend water
De les wordt gestart (na de video) met het voorlezen van het fragment uit Overstroomd van Eva Moraal. 

Bespreek na met de vragen uit het boek of de kaartjes van Aidan Chambers. 

Leerlingen kunnen ook in groepjes nabespreken m.b.v. kaartjes. 

De leerlingen kunnen hun voor- of afkeer van het genre uitleggen en kunnen aangeven in hoeverre het boek realistisch is. 

Slide 8 - Slide

Leestips blz. 118
Zoek de reviews van de boeken op. Welke zou je best willen lezen? Waarom wel/niet?

Slide 9 - Slide

Mondeling verslag 
Je leert:
- je kunt verslag doen van gebeurtenissen en ervaringen
- je kent het verschil tussen een zakeiijk verslag en een persoonlijk verslag (verschil tussen feiten en meningen)
- je kent de 5 W+H-vragen
- je weet wat 'chronologische volgorde' betekent.

Slide 10 - Slide

Inleidende opdracht
Je gaat een persoonlijk verslag geven van je vakantie. 
Je bereidt je verslag voor door antwoord te geven op de 5W+H-vragen

Waar staan de 5W+H-vraag voor?

Bedenk van tevoren:
- Van welke situatie wil je verslag doen?
- Welke 5W+H-vraag kun je daarbij bedenken?
- Geef antwoord op de vragen
- Bereid je verslag verder voor

Slide 11 - Slide

Uitvoering inleidende opdracht
Groepjes van 3

Je doet verslag van wat je hebt voorbereid. Je mag blijven zitten. 

Daarna verder met opdracht 1 blz. 119/120

Slide 12 - Slide

Aantekeningen maken
Je leert:
- aantekeningen te maken bij een kijkfragment
- hoofd- en bijzaken te onderscheiden aan de hand van structurerende zinnen en signaalwoorden

* Wat zijn eigenlijk structurerende zinnen?
* Wat zijn eigenlijk signaalwoorden? 


Slide 13 - Slide

Voorbeelden structurerende zinnen
Voorbeelden verbanden en signaalwoorden

Slide 14 - Slide

Zo maak je aantekeningen
- Noteer het onderwerp
- Schrijf de belangrijkste informatie op in steekwoorden
- Gebruik symbolen om verbanden aan te geven 
- Gebruik afkortingen

Aan de slag met opdracht 1 en 2 (opmerking voor docent: download het schema) 

Bekijk het fragment (2 keer)

Bespreken antwoorden in groepen of klassikaal

Slide 15 - Slide

Schematische
afbeeldingen
Waar denkt 
deze persoon
aan? 



Je leert om informatie
uit afbeeldingen te halen
en informatie in een schema 
te noteren.

Slide 16 - Slide

Schema's
Opdracht 1 blz. 123 samen

Leerlingen gaan aan de slag met opdracht 2 en 3. Tekst 1 samen lezen. Denk aan termen als inleiding, middenstuk, slot, kernzinnen en toelichting.


Nabespreken opdracht 2 en 3. 

Slide 17 - Slide

Parafraseren en citeren
Je leert:
- de termen parafraseren, parafrase, citeren, citaat en bron.
- te parafraseren en te citeren. 



Slide 18 - Slide

Inleiding
Een leerling vertelt een verhaal over iets wat onlangs is gebeurd. Een andere leerling parafraseert het verhaal en weer een andere leerling citeert er een deel uit. 

Dit gebeurt een paar keer.

Dan de uitleg op blz. 127. 

Lees tekst 1 of laat de leerlingen de tekst lezen.
Maak opdracht 1 en 2 (docent: download de extra tekst voor de leerlingen) 

Slide 19 - Slide

Een lapbook maken! 
Eventueel samen een planning maken om het lapbook op tijd klaar te hebben. Samen een datum plannen. 

Bespreek de opdrachten. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide