Erfelijkheid; bs 3 mutaties en kanker

Lesdoelen
  • Ik weet wat mutaties zijn en hoe deze kunnen ontstaan.

  • Ik weet wat kanker is, hoe het ontstaat en hoe het behandeld kan worden
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Ik weet wat mutaties zijn en hoe deze kunnen ontstaan.

  • Ik weet wat kanker is, hoe het ontstaat en hoe het behandeld kan worden

Slide 1 - Slide

Braindump
  • Schrijf op je blaadje wat je al weet van de begrippen mutaties en kanker
  •  Vergelijk jouw braindump met de klasgenoot die naast je zit. 
  • Onderstreep de overeenkomstige zinnen of woorden en vul aan wat de ander had en jij niet               

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welke mutaties hebben veelal grotere gevolgen?
A
Mutaties in DNA van lichaamscellen
B
Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen

Slide 10 - Quiz

Wat is waar?
A
Mutaties hebben geen invloed op het fenotype
B
Mutaties hebben pas na lange tijd invloed op het fenotype
C
Mutaties hebben direct invloed op het fenotype
D
Mutaties hebben meestal helemaal geen invloed op het fenotype

Slide 11 - Quiz

Door mutaties ontstaat variaties in genotype
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Mutaties kunnen vaker optreden als men blootstaat aan röntgenstralen.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Door langdurig zonnebaden wordt de kans op mutaties vergroot.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

We gaan het nu hebben over een heftig onderwerp namelijk kanker.
Eerst even dit.....

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Behandelmethodes

Slide 18 - Mind map

Ken jij iemand die kanker heeft/ heeft gehad?
A
1 persoon
B
Meerdere mensen
C
Niemand

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Link

Bij kanker gaat een cel zich ongeremd delen door mutaties.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat houdt uitzaaiing van kanker in?
A
Dat er cellen vanuit een gezwel met de bloedbaan naar elders in je lichaam gaan
B
Dat je een kwaadaardige tumor hebt.
C
Dat je ziek geworden bent.
D
Dat de kanker niet op één plek zit maar overal.

Slide 22 - Quiz

Bij chemotherapie vallen vaak de haren van de patiënt uit. Waarom gebeurt dit?
A
Omdat zowel de goede als de slechte cellen aangepakt worden
B
Omdat er in de haarwortels vaak kankercellen aanwezig zijn.
C
Omdat zo alleen de kankercellen aangepakt worden
D
In onze haarwortels zitten snelgroeiende cellen die door de chemo gedood worden

Slide 23 - Quiz

Clean room

Slide 24 - Mind map

Vul je braindump aan met termen die je dit eerste uur geleerd hebt.

Slide 25 - Slide

Ik vond dit een interessante les waarin ik meer geleerd heb over kanker?
1100

Slide 26 - Poll

Pak je studiewijzer
Ga verder met de stof van bs 3
  • lezen bs 3
  • mak 1 t/m 3, 5 t/m 9
  • samenvatting opdracht 4 inleveren its
  • Oefen met de flitskaarten
  •  Maak de test jezelf
  •  Klaar?  bs 8!

Slide 27 - Slide