BLOK 1 SPELLING 1.5 en 1.6 Anette

spelling

1.5 medeklinkers en klinkers 
1.6 stam en ik. vorm 

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

spelling

1.5 medeklinkers en klinkers 
1.6 stam en ik. vorm 

Slide 1 - Slide



Bekijk de afbeelding..... is het slim om bijles te vragen aan Winston? 

Slide 2 - Slide

1.5 medeklinkers en klinkers 
Kijk in je boek op blz 23 

Slide 3 - Slide

Je kunt verschillende woorden maken:
klas     klos     klus

Je doet dat door de klinker te veranderen.
kl.....s

Slide 4 - Slide

Welke woorden staan hier:
hrfst - wntr - zmr - lnt

Slide 5 - Open question

Kijk even goed:
nog               -->   1 klinker   (alleen de o)
Klaas            -->  2 klinkers    (a     a)
zuurtjes      -->   3 klinkers   (u   u   e)

Slide 6 - Slide

Maak je boek en schrift open. 
Schrijf op: opdr. 22

Maak van opdracht 22 vraag 1 
opdracht 22  (blz. 24)

Slide 7 - Slide

nakijken: 
1 klinker
nog
Pim
bal
heb
ik
je

2 of meer klinkers
Klaas
zuurtjes
haar
twee
geeft
oom

Slide 8 - Slide

huiswerk 
maak opdracht 21 - 22 - 23 - 24 in je schrift 
of 
in de online methode 

Slide 9 - Slide

1.6. Stam en ik-vorm 
Aan het einde van deze les:
- kun je het verschil uitleggen tussen de STAM en de IK-VORM van een werkwoord.
 

Slide 10 - Slide

De boom is het hele werkwoord. Als je -en- eraf haalt, heb je de stam.

Slide 11 - Slide

de stam van wandelen is....

Slide 12 - Open question

de stam van lopen is .....

Slide 13 - Open question

De stam van roeien is...

Slide 14 - Open question

de stam van schrijven is.......

Slide 15 - Open question

de stam van blazen is......

Slide 16 - Open question

dus:


De stam van een werkwoord vind je door

EN

van het werkwoord weg te halen.

Slide 17 - Slide

ik-vorm

Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.

Slide 18 - Slide

ik-vorm

Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.

  • printen          print          ik print
  • praten            prat           ik praat
  • beloven         belov        ik beloof    
  • vissen             viss           ik vis

Slide 19 - Slide

wandelen:
de stam is: wandel
de ik-vorm is......

Slide 20 - Open question

lopen:
de stam is lop
de ik-vorm is.....

Slide 21 - Open question

schrijven:
de stam is schrijv
de ik-vorm is .....

Slide 22 - Open question

blazen
de stam is blaz
de ik-vorm is ....

Slide 23 - Open question

Huiswerk 

blz. 26    opdracht 25 

blz. 27     opdracht 26  

blz. 27    opdracht 27  


(maak bij elke opdracht drie kolommen, rijtjes )

schrijf je huiswerk op in agenda

Slide 24 - Slide