WRE 1HV - Grammatica Woordsoorten - Bijwoord

timer
5:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

timer
5:00

Slide 1 - Slide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica WS
1. Lesdoelen
2. Herhalingsopdracht klassikaal
3. Uitleg: bijwoord
4. Samen oefenen
5. Zelfstandig werken of extra hulp
6. Lesdoelencheck
7. Afsluiten

Slide 2 - Slide

  • Havo/vwo: Je leert wat bijwoorden zijn;
  • Havo/vwo: Je leert bijwoorden herkennen;
  • vwo: je leert hoe een bijwoord iets kan zeggen over een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

HERHALINGSOPDRACHT
Lees de tekst. Neem de onderstreepte woorden over en noteer daarachter de juiste afkorting. Kies uit: 
zn – zn-e - blw – olw – bn – pers.vnw – bez.vnw – zww – hww – vz.

Het was zondag weer tijd voor de enige echte Klassieker: Ajax tegen Feyenoord! Voor de tweede keer dit voetbalseizoen namen ze het tegen elkaar op. Deze keer in de Johan Cruijff Arena. Het werd 2-1 voor Ajax.
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Hoe ging de herhalingsopdracht?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Bijwoord (§12)
Een bijwoord is een woord dat ergens bij hoort. Een bijwoord kan van alles aangeven: 
  • een tijdgisteren, nu, nooit, straks;
  • een plaats/richting: daar, hier, ergens;
  • een reden: daarom, vandaar, hierdoor
  • een vraag: waar, wanneer, waarom, hoe
  • een (on)zekerheidmisschien, zeker, vast;
  • een ontkenningniet, nooit.

Slide 6 - Slide

Bijwoord
Een bijwoord kan iets zeggen over:

  • Hele zin: Vandaag gaan we hardlopen. 
  • Werkwoord: Sjoerd loopt langzaam.
  • VWO: Een bijvoeglijk naamwoord: ik vind dit een uiterst ingewikkelde (bn) situatie.
  • VWO: een ander bijwoord: Die Julian kan behoorlijk goed (bw) zingen.

Slide 7 - Slide

Geeft het *bijwoord* bij een plaats, tijd, reden of vraag aan?

*Hoe* werkt die nieuwe VR-bril eigenlijk?

A
tijd
B
plaats
C
reden
D
vraag

Slide 8 - Quiz

Geeft het *bijwoord* bij een plaats, tijd, reden of vraag aan?

*Onlangs* ben ik in de bioscoop geweest.

A
tijd
B
plaats
C
reden
D
vraag

Slide 9 - Quiz

Geeft het *bijwoord* bij een plaats, tijd, reden of vraag aan?

*Daarom* ga ik nooit meer naar die winkel.
A
tijd
B
plaats
C
reden
D
vraag

Slide 10 - Quiz

Geeft het *bijwoord* bij een plaats, tijd, reden of vraag aan?

Ga jij eens heel gauw *opzij*!
A
tijd
B
plaats
C
reden
D
vraag

Slide 11 - Quiz

Benoem van elk woord de woordsoort:

Tessa loopt hard op haar nieuwe schoenen.
timer
2:00

Slide 12 - Open question

Zelfstandig werken: keuze
Ik begrijp de leerstof. Ik ga zelfstandig aan het werk.
Ik wil graag nog extra oefenen.

Slide 13 - Poll

Zelfstandig werken
Wat:
Havo: opdracht 1, 3, 4, 5 en 6 (blz. 226-227)
Vwo: opdracht 1, 2, 3 en 5 (blz. 226-227)
Hoe:
Je mag fluisterend overleggen. Zet de antwoorden in je schrift.
Hulp:
De 4 B's (poster whiteboard)
Tijd:
Tot de laatste vijf minuten van de les.
Klaar:
Kijk je opdrachten na (ook van de vorige paragraaf). Nakijkboekjes liggen op mijn bureau.

Klaar met nakijken? dan kun je extra oefenen in de online methode met de paragrafen die je nog lastig vindt.
Beheers je de leerstof al goed? Maak dan de oefentoetsen online.
ZELFSTANDIG WERKEN
Extra oefenen

Slide 14 - Slide

  • Havo/vwo: Je leert wat bijwoorden zijn;
  • Havo/vwo: Je leert bijwoorden herkennen;
  • vwo: je leert hoe een bijwoord iets kan zeggen over een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord
Lesdoelen

Slide 15 - Slide

Ik weet nu wat bijwoorden zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Ik kan bijwoorden in een zin herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Ik ben tevreden over mijn werkhouding tijdens deze les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll