De broers zijn koningen. Ze bevelen het volk een stad te bouwen, eerst op de heuvel de Palatijn. Het volk weigert de opdracht niet.
De mannen bouwen met rotsblokken een muur voor de stad.
Met boomstammen maken ze hutten. Romulus verdeelt de opdrachten over de mannen, terwijl Remus met de vrouwen en jongens naar de rivier gaat.
Bij de rivier verzamelen de jongens riet. De vrouwen dragen het riet de stad in. De mannen maken met het riet daken voor de hutten.