H6 Spelling

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Boeken-
pitches

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Ik weet hoe ik aantrekkelijk kan formuleren met signaalwoorden en verwijswoorden. 
Ik herhaal de verschillende soorten verwijswoorden. 

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken

Maak: H5 spelling opdracht 4 en H6 Spelling opdracht 1 en 2. 
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Samenstellingen
  • Nederlands: zoveel mogelijk woorden aan elkaar schrijven (langeafstandsloper)
  • Hebben meestal één klemtoon.
  • Het laatste woord is bepalend voor de betekenis. 
  • Laatste woord is de kern en bepaald het lidwoord van de samenstelling. '
  • Let op het betekenisverschil bij het los of aan elkaar schrijven van een samenstelling. 

  • Samengestelde werkwoorden: stofzuigen. 
  • Woorden met de getallen honderd en duizend (tachtigduizend, vijftienhonderd)
  • Woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar + voorzetsel: daarna, ervoor, hierover, waarom




Slide 5 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden in samenstellingen
  • Meestal los van het zelfstandige naamwoord waar het extra betekenis aan geeft. Voorbeeld: fantastische leerlingen. 
  • Veelvoorkomende bijvoeglijke naamwoorden met een voltooid of onvoltooid deelwoord als tweede deel. Voorbeelden: hooggelegen, dichtbevolkt, pasgetrouwd, veelzeggend


Slide 6 - Slide

Aan elkaar of los

Slide 7 - Slide

Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?

Slide 8 - Slide

Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?

Slide 9 - Slide

Grammatica toetsweek 
Wijzigingen: 
zinsdelen: hoofd- en bijzinnen (hfdst.4)
woordsoorten: zww, hww, kww (hfdst.5)
naamw. gezegde (De Brug pag. 259 / 260)
samengestelde zinnen (hfdst.5)
woordsoorten: betrekkelijk vnw. (hfdst.6)

Slide 10 - Slide

Huiswerk maken


Maak: H6 Formuleren opdracht 4. 
timer
1:00

Slide 11 - Slide