Ik weet hoe ik aantrekkelijk kan formuleren met signaalwoorden en verwijswoorden.
Ik herhaal de verschillende soorten verwijswoorden.
Slide 3 - Slide
Huiswerk nakijken
Maak: H5 spelling opdracht 4 en H6 Spelling opdracht 1 en 2.
timer
1:00
Slide 4 - Slide
Samenstellingen
Nederlands: zoveel mogelijk woorden aan elkaar schrijven (langeafstandsloper)
Hebben meestal één klemtoon.
Het laatste woord is bepalend voor de betekenis.
Laatste woord is de kern en bepaald het lidwoord van de samenstelling. '
Let op het betekenisverschil bij het los of aan elkaar schrijven van een samenstelling.
Samengestelde werkwoorden: stofzuigen.
Woorden met de getallen honderd en duizend (tachtigduizend, vijftienhonderd)
Woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar + voorzetsel: daarna, ervoor, hierover, waarom
Slide 5 - Slide
Bijvoeglijke naamwoorden in samenstellingen
Meestal los van het zelfstandige naamwoord waar het extra betekenis aan geeft. Voorbeeld: fantastische leerlingen.
Veelvoorkomende bijvoeglijke naamwoorden met een voltooid of onvoltooid deelwoord als tweede deel. Voorbeelden: hooggelegen, dichtbevolkt, pasgetrouwd, veelzeggend.