H5 bs 1 genotype en fenotype

Biologie

WELKOM!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Biologie

WELKOM!

Slide 1 - Slide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Deze les:
- voorstellen

Wat gaan we vandaag doen:
  1. Terugblik vorige les;
  2. Herhalen basisstof 1
  3. Aan de slag met de weektaak.

Pak je schrift en pen 
voor  AANTEKENINGEN!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke begrippen heb je nog onthouden van vorige les:

begrippenkennis

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Chromosomen, DNA 
en genen

Een gen is het recept voor een specifieke erfelijke eigenschap.

De informatie voor erfelijke eigenschappen noemen we het genotype van een organisme.



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Genotype 

  • erfelijke eigenschappen         
  • alle genen bij elkaar, staat in je DNA
  • word je mee geboren
Fenotype

  • waarneembare eigenschappen
  • combinatie van genotype + milieu eigenschappen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Chromosomen en genen
Celkern --> Chromosoom --> DNA --> Gen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een overzicht van alle chromosomen in 1 celkern van een lichaamscel. Geslachtscellen hebben minder.

44 lichamelijk (autosomen) 1 t/m 22
2 geslachtschromosomen XX=vrouw XY=man

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bij een twee-eiige tweeling is:
A
Het genotype en fenotype hetzelfde
B
Alleen fenotype hetzelfde
C
Genotype en fenotype verschillend
D
Alleen fenotype verschillend

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Bij een één-eiige tweeling is:
A
Het genotype en fenotype hetzelfde
B
Alleen fenotype hetzelfde
C
Genotype en fenotype verschillend
D
Alleen fenotype verschillend

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Mathilde laat haar haren blonderen bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype?
En haar fenotype?
A
genotype wel fenotype niet
B
genotype niet fenotype wel
C
genotype niet fenotype niet
D
genotype wel fenotype wel

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Oefenen, oefenen, oefenen.

Ga nadat je iets hebt gelezen vragen maken. Zo onthoud je informatie! 
Boek en biologiepagina.nl
Online methode = check jezelf

alleen lezen = vergeten 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Heeft een vlinder hetzelfde fenotype als de rups waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
zowel hetzelfde fenotype als hetzelfde genotype

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
  • omschrijven wat het genotype en wat het fenotype van een organisme is.
  • omschrijven wat DNA sequentie en genexpressie betekenen.
  • uitleggen dat een fenotype tot stand komt door het genotype en de invloed van milieufactoren.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

(Huis)werk
Maak basisstof 5.1 opdr. 1 tot en met 10
Maak de begrippenopdracht van vorige les af - klaar? 
Dan mag je iets voor jezelf doen.
Weektaak wordt volgende week gecontroleerd. Maak zo veel mogelijk in de les!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions