Basisstof 2 Functies van voedingsmiddelen BK

2 minuten voordat de les begint
Fijn dat je er bent!
Check:
  • je telefoon in telefoonzak?
  • boeken/ laptop/ etui op tafel?
  • laptop blijft dicht
  • ls de timer afgelopen dan begint de les
timer
2:00
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

2 minuten voordat de les begint
Fijn dat je er bent!
Check:
  • je telefoon in telefoonzak?
  • boeken/ laptop/ etui op tafel?
  • laptop blijft dicht
  • ls de timer afgelopen dan begint de les
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Deze les
  • herhaling 2.1 (quiz)
  • afmaken opdracht 5 (blz. 76) in 2-tal
  • uitleg 2.2
  • zelfstandig aan het werk met 2.2
  • ondertussen in 2-tallen practicum opdracht 13 en 14 (blz. 84 en 85)

Slide 2 - Slide

Een voedingsgewoonte kan afhangen van:
A
religie
B
klimaat
C
wat je lekker en/of belangrijk vindt
D
alle antwoorden zijn waar

Slide 3 - Quiz

Voorbeelden van plantaardige voedingsmiddelen zijn
A
bloemkool, banaan en melk
B
aardbei, broccoli en vis
C
brood, komkommer en tomaat
D
aardappel, ei en prei

Slide 4 - Quiz

Voorbeelden van dierlijke voedingsmiddelen zijn:
A
eieren, melk en vlees
B
wortel, vis en yoghurt
C
pompoen, kaas en speklappen
D
kwark , vis en radijs

Slide 5 - Quiz

Koolhydraten is een verzamelnaam voor:
A
Zetmeel en vetten
B
zetmeel en vitaminen
C
zetmeel en eiwit
D
zetmeel en suiker

Slide 6 - Quiz

IJzer, keukenzout en kalk zijn voorbeelden van
A
Vitaminen
B
Mineralen
C
Vetten
D
Eiwitten

Slide 7 - Quiz

De zes groepen voedingsstoffen zijn:
A
eiwitten, suiker, zetmeel, vetten, water en vitaminen
B
eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen
C
eiwitten, suiker, mineralen, vitaminen, vezels en water
D
eiwitten, mineralen, koolhydraten, vezels, vetten en vitaminen

Slide 8 - Quiz

Wat is niet waar?
A
Voedingsvezels zijn voedingsstoffen
B
Voedingsvezels zorgen voor een vol gevoel
C
Voedingsvezels zorgen voor goede darmwerking
D
Voedingsvezels zijn celwanden van plantaardige cellen

Slide 9 - Quiz

Deze les
  • herhaling 2.1 (quiz)
  • afmaken opdracht 5 (blz. 76) in 2-tal
  • uitleg 2.2
  • zelfstandig aan het werk met 2.2
  • ondertussen in 2-tallen practicum opdracht 13 en 14 (blz. 84 en 85)

Slide 10 - Slide

Thema 2 Voeding en vertering
De basisstoffen:
1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2. Functies van voedingsstoffen
3. Gezonde voeding
4. Hoeveel is gezond?
5. Eten uit de keuken
6. Je gebit
7. Het verteringsstelsel
8. Eten uit de fabriek

Slide 11 - Slide

2.2 Functies van voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 12 - Slide

De leerdoelen
  • je weet welke vier functies voedingsstoffen hebben
  • je weet wat de taak is van:                                                                                                                                                - bouwstoffen
        - brandstoffen
        - reserve stoffen
        - beschermende stoffen
  • je kunt voorbeelden van voedingsmiddelen met bouw-, brand-, reserve-en beschermende stoffen noemen
  • je weet wat een indicator is
  • je kunt benoemen wat de indicator voor zetmeel is

Slide 13 - Slide

Wat wil je vandaag leren?

Slide 14 - Mind map

Wat zijn de functies van voedingsstoffen?

Brandstoffen = energierijke stoffen  
  • Koolhydraten (Suiker + Zetmeel)
  • Vetten
  • Eiwitten

Taak:  -  zorgen dat je kunt bewegen
            - zorgen ervoor dat je warm blijft



Slide 15 - Slide

Wat zijn de functies van voedingsstoffen?

Bouwstoffen:
  •     eiwitten
  •     mineralen
  •     water
Taak: voor het maken van nieuwe
cellen / voor de groei

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat zijn de functies van voedingsstoffen?

Beschermende stoffen:​

  • Vitaminen
  • Mineralen

Taak:  bescherming tegen ziekten


Slide 18 - Slide

Wat zijn de functies van voedingsstoffen?

Reserve stoffen:​
  • Koolhydraten
  • Vetten

Taak: je lichaam kan deze extra stoffen
op een later tijdstip gebruiken


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Voedingsstoffen aantonen

Een indicator = een stof waarmee je een andere stof aantoont.

 Jodiumoplossing is een indicator voor zetmeel.
 Met zetmeel kleurt de jodiumoplossing blauwzwart


Slide 21 - Slide

Waar zit zetmeel in?
A
een appel
B
een stukje kaas

Slide 22 - Quiz

Maken:  Thema 2, bs 2 (= 2.2)
- Opdracht 10 t/m 14 (boek: 13 en 14)
                     - Practicum = Opdracht 13 en 14  (boek blz. 84 en 85)
- Flitskaarten en test jezelf
Alles af?
- maak een samenvatting of leervragen over bs 2.1
- maak opdracht 2 van het opdrachtenboekje

Slide 23 - Slide

Jodium is een indicator voor..
A
glucose
B
vetten
C
zetmeel
D
eiwitten

Slide 24 - Quiz

Bouwstoffen in het voedsel zorgen voor energie voor je lichaam.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Bouwstoffen zijn nodig voor de opbouw van je lichaam.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Welke functie hebben mineralen in je lichaam?
A
het zijn beschermende stoffen
B
het zijn brandstoffen
C
het zijn bouwstoffen
D
het zijn reservestoffen

Slide 27 - Quiz