Bij een kansexperiment staat het resultaat niet bij voorbaat vast. Bijvoorbeeld het gooien met één dobbelsteen. De mogelijke uitkomsten zijn alle mogelijke resultaten van het kansexperiment. In dit geval het gooien van 1, 2, 3, 4, 5 of 6 ogen.
Een uitkomst of gebeurtenis is een resultaat, bijvoorbeeld "het werpen van 2 ogen" of "het werpen van eerst 4 ogen en daarna 6 ogen" .
De relatieve frequentie van een gebeurtenis is
In de praktijk blijkt dat de relatieve frequentie bij een groot aantal keren uitvoeren van een kansexperiment naar één waarde lijkt te gaan.
Deze waarde noem je de experimentele kans op die gebeurtenis.