- Ik weet wanneer ik all, every of each moet gebruiken.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
HA: Lesson 1.4 : ALL, EVERY, EACH
Leerdoelen:
- Ik weet wanneer ik all, every of each moet gebruiken.
Slide 1 - Slide
ALL
All gebruiken we als we het hebben over een hele groep. We gebruiken all altijd samen met een meervoudsvorm.
All + meervoudsvorm betekent: alle
We went to all the sights in the city
I like all flavours of ice cream
All boys and girls must report to the principal.
All fruit has gone bad.
Slide 2 - Slide
EVERY
Everygebruik je als je het hebt over mensen, dieren of dingen die samen een groep vormen. Na every komt altijd een enkelvoudsvorm.
Every + enkelvoudsvorm betekent: elk(e)
Every sight was interesting
Every book there I have read.
Slide 3 - Slide
EACH
Each gebruik je als het hebt over mensen, dieren of dingen afzonderlijk. Elk op zich of per individu. We gebruiken each altijd samen met een enkelvoudsvorm.
Each + enkelvoudsvorm betekent: elke apart
We wanted to spend an hour at each sight.
Each house has been painted a different colour.
Each bus has its own route.
Slide 4 - Slide
ALL, EVERY & EACH
Samenvatting:
All -> groep (meervoud: alle)
Every -> alle leden van een groep (enkelvoud: elke)