This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
STARTOPDRACHT Hoeveel bacteriën kunnen er na drie uur zijn ontstaan uit deze bacterie? Leg je antwoord uit met een berekening.
Slide 2 - Open question
Programma
Leerdoelen
Uitleg basisstof 4.2 deel 2 virussen en schimmels
Filmpje Virus --> 1.3 minuut
Afsluiting
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Je kunt kenmerken van virussen noemen.
Je kunt kenmerken van schimmels noemen
Slide 4 - Slide
Thema 4 Evolutie
Oriëntatie
4.1 Indeling van de levende natuur
4.2 Bacteriën, virussen en schimmels les 2
4.3 De evolutietheorie
4.4 Evolutie in populaties
4.5 Onderzoek naar evolutie
Slide 5 - Slide
Domeinen
Slide 6 - Slide
Virussen
Een virus is geen organisme -> ze kunnen geen stofwisselings-processen uitvoeren zonder een gastheer.
Een virus heeft een gastheer nodig om zich voort te planten.
Een virus bestaat uit DNA of RNA, verpakt in een eiwitmantel (capside).
Virussen zijn veel kleiner dan bacteriën
Slide 7 - Slide
BiNaS 77A t/m77D
Slide 8 - Slide
Bacteriofaag
Virussoort die een bacterie gebruikt om zich voort te planten.
'Nieuwe' manier om resistente bacteriën te bestrijden
Slide 9 - Slide
Virus replicatie
Virus replicatie in een
gastheercel --> afhankelijk
van het virus is dat een mens,
dier, plant, bacterie of archaea.
De cel barst open of verliest
zijn functie.
BiNaS 77D
Slide 10 - Slide
Onze cel als virusfabriek
BiNaS 77C
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Schimmels
Slide 13 - Slide
Schimmels
Een schimmel is een netwerk van dunne draden: de zwamvlok
Als de zwamvlok groot genoeg is groeien er aan de bovenkant sporenkapsels of paddenstoelen.
Een spore is de voortplantingscel van de schimmel.
Slide 14 - Slide
Schimmels
Planten zich voort door sporen: cellen waaruit nieuwe schimmels kunnen ontstaan.
Paddenstoelen zijn vruchtlichamen van een meercellige schimmel
Schimmels zijn heterotroof
Slide 15 - Slide
Schimmels en bacteriën voeden zich met delen of resten van planten en dieren.
Sporen
Slide 16 - Slide
Gisten en schimmeldraden
Gisten zijn eencellige schimmels en zijn eivormig/rond. (Voortplanting --> knopvorming)
Meercellige schimmels bestaan uit lange draden.
Slide 17 - Slide
Nuttige schimmels
Voedsel --> kaas, champignons.
Gist voor brood, bier en wijn.
Bereiding van kaas, sojasaus
Van schimmels maken we ook antibiotica (penicilline)
Slide 18 - Slide
Reducenten
Bepaalde schimmels en bacteriën zorgen voor afbraak van dode organismen.
Bijvoorbeeld --> bladeren die van de bomen vallen in de herfst.
Deze noem je reducenten
Zijn dus erg belangrijk in de voedselkringloop!
Slide 19 - Slide
Schadelijke schimmels
Voedselinfectie: schimmels komen op voedsel terecht en zorgen ervoor dat je ziek wordt.
Conserveren: langer houdbaar maken van voedsel -> De groei van schimmels (en bacteriën) op voedsel kun je tegengaan, door ze te doden of de leefomstandigheden zo ongunstig mogelijk te maken.