2VM Lezen hoofdstuk 4 deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

2VM

Nederlands

Deze les

Lezen hoofdstuk 4 opdracht 1

Cijfers fictie op magister, bespreken van de toets kan in Dalton.

Welke manieren gebruikt de schrijver in de inleiding om de lezer te interesseren?

1. Vragen stellen
2. Het onderwerp aankondigen
3. Een deskundige aan het woord laten
4. Een kort grappig verhaaltje vertellen

Vul in waarnaar de volgende woorden verwijzen.
‘ze’ in regel 12 verwijst naar

Vul in waarnaar de volgende woorden verwijzen.
‘het’ in regel 17 verwijst naar

Wat is de kernzin van alinea 5?

1. Rond 5 procent van de bevolking heeft als kind weleens geslaapwandeld en is als slaapwandelaar midden in de diepe, droomloze slaap rechtop gaan zitten, gaan rondlopen en praten.
2. Er zijn zelfs slaapwandelaars die in hun slaap ingewikkelde dingen gaan doen, zoals de woonkamer veranderen, zich aankleden en eten klaarmaken.
3. In 2005 kroop een Brits meisje zelfs op een kraanwagen. Vaak gaan slaapwandelaars uit zichzelf weer naar bed om verder te slapen.
4. De volgende ochtend kunnen ze zich meestal niets herinneren van hun nachtelijke activiteiten.

Welke zinnen van alinea 3 geven de hoofdzaak weer?

Wat is de kernzin van alinea 4?

1. Bovendien zijn er onderzoeken die erop wijzen dat migrainepatiënten vaker in hun slaap wandelen dan anderen.
2. Maar het zijn allemaal losse gedachtes en onderzoeken die geen totaalbeeld opleveren.
3. Eigenlijk hebben de wetenschappers geen idee wat nu echt de oorzaken van slaapwandelen zijn.

Is de laatste alinea een goede slotalinea?

In de inleiding worden drie vragen gesteld. Beantwoord deze vragen met behulp van de informatie uit de tekst.