ch 2 cours 9 test et début ch 3

Vous savez encore?
- komen = revenir 
- terugkomen = revenir
- worden = devenir

1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vous savez encore?
- komen = revenir 
- terugkomen = revenir
- worden = devenir

Slide 1 - Slide

Vous savez encore?
meewerkendvoorwerp  te herkennen aan:
à, au, à la, à l', aux
vervanging voor persoonsvorm, behalve bij heel werkwoord

Slide 2 - Slide

Vous savez encore?
b.v. je lui donne
je lui ai donné, je vais lui donner

Slide 3 - Slide

Vous savez encore?
passé composé

Slide 4 - Slide

passé composé
* ww op - er,  é = acheter / j'ai acheté
*ww op - ir, i = choisir / nous avons choisi
* ww op - re, u = entendre/ il a entendu

Slide 5 - Slide

passé composé
Onregelmatig:
faire (doen)   j'ai fait
avoir (hebben)  il a eu
être ( zijn) été let  op !! met avoir vervoegd

Slide 6 - Slide

passé composé
Met être vervoegd : denk aan "huis"
entrer(binnenkomen) , uitgaan (sortir)
Let op: ml ev -, vl ev +e, ml mv +s , vl mv+es
ils sont entrées,  elle est entrée

Slide 7 - Slide

phrases clés
een zonnebril = des lunettes de soleil (vl.mv)
de zonnebril = les lunettes de soleil
elles sont grandes et grises
Ik neem hem = Je les prends

Slide 8 - Slide

phrases clés
Het kost = ça coûte ...
Het heeft gekost = ça a coûté
ik heb zojuist .... = je viens de/ d' + heel werkwoord
Je reçois de l'argent = ik krijg geld
Je ne reçois pas d'argent

Slide 9 - Slide

culture
-  Alsace,  streek in noord-oosten van Frankrijk
(Duits, Frans, Alscasien (streektaal)
- Strasbourg, hoofdstad van Alsace, Klein Frankrijk, Europees parlement, hoofdstad van Europa, Kerstmarkt en andere activiteiten

Slide 10 - Slide

Le planète francophone
wat kun je na dit hoofstuk?
- je weet meer over het belang van de Franse taal in de wereld
- je kunt zinnen maken met de toekomende tijd=zullen
- je weet hoe je een zin vragend kan maken
- je kunt over school en je toekomst praten en schrijven
- je kunt praten en schrijven over landen, culturen en talen
- je kunt het werkwoord kennen - connaître vervoegen

Slide 11 - Slide

page 191                                               

Slide 12 - Slide