2a. Grammaire II: De voltooide tijd
J'ai mangé (ik heb gegeten) De passé-composé bestaat uit
Tu as mangé (je hebt gegeten) een hulpwerkwoord (avoir)
Il/elle/on a mangé en een voltooid deelwoord
Nous avons mangé (bijv. mangé)
Vous avez mangé
Ils/elles ont mangé Let op: er zijn 5 uitzonderingen blz. 101