This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Herhalingsvragen
Slide 3 - Slide
Welke kostensoorten zijn er voor een onderneming?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Luca heeft op 1 januari een voorraad van 100.000 euro. Op 31 december is de voorraad nog 122.500 euro. De rente bedraagt op dit moment 3,5%. Bereken de rente kosten voor Luca
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Harrie verricht in januari de volgende betalingen: Aanslag inkomstenbelasting afgelopen jaar€7.750 Voorlopige aanslag inkomstenbelasting€850 Aanslag motorrijtuigenbelasting bedrijfsauto eerste kwartaal€85 Afdracht omzetbelasting vorig boekjaar€3.750 Aanslag onroerendezaakbelasting pand€750 Afdracht loonheffing december afgelopen jaar€2.750 Bereken het bedrag van de te betalen kosten van belastingen voor januari.
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Je schaft op 1 januari 2020 een bestelauto aan voor € 23.000 exclusief btw. Je verwacht de auto vier jaar te gebruiken. Na vier jaar denk je hem voor € 3.000 te verkopen. a. Bereken de afschrijvingskosten per jaar. b. Controleer door het maken van een afschrijvingsplan of de restwaarde na vier jaar € 3.000 is.
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Levi koopt nieuwe inventaris ter waarde van € 21.175 inclusief 21% btw. Jaarlijks schrijft hij 15% af van de aanschafwaarde exclusief btw.
a. Stel het afschrijvingsplan op voor vijf jaar. b. Bereken de boekwaarde na vijf jaar.
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde Voor het thuisbezorgen van meubels schaft een meubelzaak een auto aan voor 39.325 euro inclusief 21% btw. Het schrijft op deze auto vijf jaar lang 25% va de boekwaarde af. Stel een afschrijvingsplan op voor vijf jaar.
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Maak vraag 44 t/m 65
Slide 18 - Slide
Nieuwe stof
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Rentekosten over duurzame productiemiddelen (dpm)
Door geld in duurzame bedrijfsmiddelen te investeren loop je rente mis
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Jelena koopt een computer van € 3.025 inclusief 21% btw voor haar bedrijf. De restwaarde schat Jelena op € 100. De economische levensduur is drie jaar. De technische levensduur is vijf jaar. De rente bedraagt 4%. Jelena schrijft af met een vast bedrag per jaar. a. Hoeveel schrijft Jelena per jaar af? b. Maak het afschrijvingsplan voor Jelena. c. Bereken de jaarlijkse rentekosten voor Jelena, als je deze berekent over het jaarlijks gemiddeld geïnvesteerd vermogen. d. Bereken de jaarlijkse rentekosten als je deze gelijkmatig over de levensduur verdeelt.
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Maak vraag 69
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Welke huisvestingskosten zijn er?
Slide 38 - Mind map
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
maak opdracht 77
Slide 41 - Slide
Welke promotiemiddelen zijn er?
Slide 42 - Mind map
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Slide
Supermarkt Van Diessen sponsort het jeugdelftal van de plaatselijke voetbalclub met shirts en broeken. De kosten hiervoor bedragen € 1.028,50 inclusief 21% btw. Ook wordt er een fotoboek uitgegeven van het jeugdelftal waar de klanten plaatjes in kunnen plakken die ze ontvangen bij iedere € 10 aan boodschappen. De factuur die Van Diessen hiervoor ontvangt bedraagt € 2.916,10 inclusief 21% btw.