Beroepsproduct

Leerstrategieën
1 / 33
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 33 slides, with text slides.

Items in this lesson

Leerstrategieën

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Overzien
Wat is het?
Je weet welke leerstrategieën je tot je beschikking hebt om een leertaak uit te voeren en wanneer het verstandig is om deze in te zetten

Wat zijn de voordelen?
Helpt je kiezen wat de juiste aanpak is voor een probleem of taak, waardoor het leren effectiever verloopt


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Training overzien
Overzien
Jezelf 
kennen
Vooruit kijken
Bijhouden
Terugkijken
Herhalen
Verdiepen
Structureren
Jezelf 
organiseren

Omgeving organiseren
Andere organiseren
Jezelf 
vertrouwen

Het nut zien
Jezelf 
motiveren

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdracht overzien
Wat? Leerstrategieën uitleggen
Hoe? Schrijf per leerstrategie op wat het is en wanneer je deze inzet
Hulp? Viertal. Site:
www.wij-leren.nl/effectiever-leren-met-leerstrategieen.php
Tijd? 30 minuten
Resultaat? De student kan uitleggen welke leerstrategieën er zijn, wat ze betekenen en wanneer je deze inzet
Klaar? Schrijf het overzichtelijk op

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie overzien
  • Welke leerstrategie helpt jou het meest tijdens het leren?
  • Welke leerstrategie helpt hou het minst tijdens het leren?
  • Welke leerstrategie kun je al goed?
  • Welke leerstrategie vind je nog lastig?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vooruitkijken
Wat is het?
Het plannen van leerwerk in termen van taken, tijd en prioriteit

Wat zijn de voordelen?

Je weet hoe je zelfstandig kunt leren en het leerproces gaande houden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Training vooruitkijken
  • SMART doelen opstellen
Specifiek: Wat ga je precies doen?
Meetbaar: Wanneer heb ik mijn doel bereikt?
Acceptabel: Is er voldoende draagkracht voor hetgeen wat ik ga doen?
Realistisch: Kan ik het wat ik wil gaan doen? Welke obstakels zijn er?
Tijdsgebonden: Wanneer moet ik het doel bereikt zijn?

  • Prioriteiten stellen

  • Planninginstrument maken 1
(Google) Agenda, Word

  • Planninginstrument maken 2
Planningsmindmap

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht vooruitkijken
Wat? Planninginstrument maken voor huiswerk/opdracht/presentatie/PTO/examen
Hoe? Schrijf per dag:
- Wat ga ik doen?
- Hoe ga ik het doen?
- Welke hulpmiddelen kan ik gebruiken?
- Hoelang ga ik erover doen?
Houd rekening met je prioriteiten!
Hulp? Doe dit in (google) agenda/in word/planningsmindmap
Tijd? 15 minuten
Resultaat? De student kan een effectieve planning maken
Klaar? Vergelijk je planning met die van een medestudent
- Hoe heeft zij het aangepakt? 
- Wat kan je nog aan je planning veranderen?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie vooruitkijken
  • Hoe ga je ervoor zorgen dat je je aan je planning houdt?
  • Wat doe je wanneer je niet aan je planning houdt?
  • Welke consequenties hebben deze handelingen?
  • Wat gebeurt er wanneer je wel aan je planning houdt?
  • Welke consequenties hebben deze handelingen?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bijhouden
Wat is het?
Het nagaan en bijhouden van de voortgang in het leren tijdens een leertaak (zowel in termen van resultaten als in termen van concentratie en inzet)

Wat zijn de voordelen?
Voorkomen dat je op het foute spoor gaat zitten, tijdens het maken van een opdracht
 



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Training bijhouden

Slide 11 - Slide

Ted Talk van blogger Tim Urban
  • Herken je de 'rational decision maker', de ínstant gratification' en het 'panic monster'?
  • Hoe sterk zijn deze drie delen van jou? Welke voert, tijdens het werken aan een opdracht of in de loop naar een toets, de boventoon?
  • Wat kun je doen om, in de aanloop naar een toets, de 'instant gratification monkey' in toom te houden?
  • Laat studenten tips bedenken voor zichzelf. Ook de tips onder de leerstrategie Jezelf organiseren kunnen helpen om de 'instant gratification monkey' te managen.
Opdracht bijhouden
Wat? Wederzijdse peer tutoring
Hoe? Voer een opdracht uit voor AFP/Theorie van de praktijk/praktijk. Coach elkaar op
Proces: ga halverwege de opdracht na of jullie het snappen door elkaar vragen te stellen, zoals
Wat valt je mee en wat tegen? Waar loop je tegenaan? Wat kan je hieraan doen? Welke hulp kan je inschakelen?
Eindresultaat: bespreek elkaars vorderingen in het maken van de opdracht en hoe het is uitgewerkt
Hulp? Medestudent, opdrachten, boek
Tijd? ... minuten
Resultaat? De student checkt tijdens een opdracht of hij het nog begrijpt
Klaar? Schrijf jullie bevinden op

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie bijhouden
  • Wat viel je mee en wat tegen? 
  • Waar liep je tegenaan? 
  • Wat kon je hieraan doen? 
  • Welke hulp kon je inschakelen?
  • Hoe pak je dit de volgende keer aan?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Herhalen
Wat is het?
Het letterlijk herhalen van de lesstof
 

Wat zijn de voordelen?
De leerstof wordt makkelijker om te onthouden voor een toets



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Training herhalen
  • Belang van herhalen
- Werkgeheugen en langetermijngeheugen
- Leerstrategie herhalen en verdiepen
- Vergeetcurve van Ebbinghaus
  • Herhaling spreiden (structureren)
  • Volgorde afwisselen (primacy-effect en recency-effect)
  • Moment van samenvatten in de les
  • Brainstormen over herhalen
  • Loci-methode
  • Laat de verbeelding spreken


Slide 15 - Slide

  • Werkgeheugen: komt de informatie of nieuwe kennis binnen, bijvoorbeeld de uitleg van de docent. De informatie in de werkgeheugen blijft maar kort hangen. Wanneer er niets met deze informatie wordt gedaan, dan zal deze binnen een minuut weer zijn verdwenen in je geheugen.
  • Langetermijngeheugen: wordt er wel wat met de informatie uit de werkgeheugen gedaan, dan verplaatst deze informatie naar je langetermijngeheugen.  Hierbij wordt de informatie langer vastgehouden. Leerstrategieën zoals herhalen, verdiepen en structureren helpen informatie van de werkgeheugen naar de langetermijngeheugen te verplaatsen. Informatie blijft het beste in het langetermijngeheugen opgeslagen als:
- iets al interessant wordt ervaren
- belangrijk of nuttig wordt ervaren
- aansluit bij ervaringen en kennis
- emotioneel raakt
- een bepaalde actieve interactie teweegbrengt rondom het verkrijgen van de informatie 
  • Vergeetcurve Ebbinghaus: herhaal je te weinig, dan krijg je in sterke mate te maken met de vergeetcurve van Ebbinghaus. Deze psycholoog ontdekte dat als mensen gevraagd worden een reeks betekenisloze woorden te onthouden, dit heel slecht lukt. Na 20 minuten zijn mensen al 42% van deze woorden vergeten en na 1 dag al 66% 
  • Primacy-effect en recency effect: je onthoud vaak de eerste en laatste woorden uit een lijst het best. Daarom is het van belang om de volgorde in het leren van de woorden af te wisselen.
  • Moment van samenvatten in de les: vorige les laten herhalen, na de theorie laten herhalen, laatste 5 minuten een paar steekwoorden laten opschrijven over wat er in de les is besproken.
  • Brainstormen over herhalen: welke manier kun je inzetten om de stof te herhalen? (maak een mindmap op het bord) kernwoorden onderstrepen, mindmap maken, tabel met belangrijke bergippen, samenvatten, aantekeningen maken, liedje bedenken waarin je belangrijke begrippen herhaalt, Loci-methode. 
  • Loci-methode: je bewandeld in gedachten een route. Op die route kom je allerlei objecten tegen. Koppel deze objecten aan begrippen die je moet onthouden. Loop dan in je gedachten de route een aantal keer door.
  • Laat je verbeelding spreken: bij een meerkeuzevraag alle meerkeuzeantwoorden uitschrijven, zodat je begrijpt waarom de meerkeuzevragen juist/onjuist zijn. Zet er een ezelsbruggetje achter, zodat je het beter onthoud. 
Opdracht herhalen
Wat? Herhaalopdracht maken
Hoe? Voer een herhaalopdracht uit: kernwoorden onderstrepen, mindmap maken, tabel belangrijke begrippen maken, liedje belangrijke begrippen bedenken, Loci-methode
Hulp? Beautylevel
Tijd? ... minuten
Resultaat? De student herhaald voor een toets het materiaal verschillende keren door
Klaar? Maak de volgende herhaalopdracht

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie herhalen
  • Welke herhaalmethode vond jij het fijnst?
  • Welke herhaalmethode vond je het minst fijn?
  • Met welke herhaalmethode heb je de begrippen het best onthouden?
  • Met welke herhaalmethode heb je de begrippen het slechts onthouden?
  • Wanneer ga jij deze herhaalmethode inzetten?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Structureren
Wat is het?
Het inperken en organiseren van informatie en leerstof in de vorm van geschreven tekst of visuele weergaven

Wat zijn de voordelen?
Door Informatie op een duidelijke manier te structureren, wordt het gemakkelijker om informatie in het geheugen op te slaan



Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Training structureren
  • Samenvatten
- Zoek uit wat de verplichte stof is en wat niet
- Bekijk de inhoudsopgave en blader de leerstof door
- Lees de tekst door
- Vat de inhoud samen (maak een begrippen lijst: begrip - definitie)
- Maak er een geheel van (voeg/vraag informatie op over onduidelijkheden)
- Voeg informatie uit andere bronnen toe (presentatie docent, aantekeningen, opdrachtinformatie)

  • Presenteren (PowerPoint/LessonUp)
- Zet kernpunten in de slides
- Voeg informatie (wat je wil vertellen) over je kernpunten in je notities
- Zet plaatjes in je slide om je tekst te verduidelijken
  • Infographics
- Geeft informatie over een bepaald onderwerp, met gebruik van een combinatie van tekst en beeld. 
- Mindmap, grafiek, foto's, tekening, tabel
- www.canva.com/nl_nl/maken/infographics/

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht structureren
Wat? Structuuropdracht maken
Hoe? Voer een structuuropdracht uit: samenvatten, presentatie, Infographics
Hulp? BeautyLevel
Tijd? ... minuten
Resultaat? De student kan uitleggen wat in de leerstof de hoofd- en bijzaken zijn
Klaar? Maak de volgende structuuropdracht

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie structureren
  • In hoeverre bevat je samenvatting/presentatie/infographic alle belangrijke onderdelen?
  • Wat had er nog beter aan gekund?
  • Wat bergrijp je nu beter aan de hand van je gemaakte samenvatting/presentatie/infographic?
  • Hoe zorg je ervoor dat wat er in de samenvatting/presentatie/infographic staat je gaat onthouden?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Jezelf organiseren
Wat is het?
Het in goede banen leiden van de eigen inspanning ten behoeve van het leren

Wat zijn de voordelen?
Je bent instaat een taak, ongeacht de moeilijkheidsgraad, tot een goede einde te brengen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Training jezelf organiseren
  • Hete en koude systeem
  • Interne en externe locus of control
- Online afleidingen verminderen
- Ontspannings- of mindfullnessoefeningen
- Leuke en minder leuke leeractiviteiten afwisselen
- Neem geregeld pauze 

Slide 23 - Slide

Hete systeem: aanzetten leuke dingen te doen en vervelende te negeren. Werkt heel snel op:
- Gevoelens
- Implusen

Koude systeem: aanzetten om eerste de dingen te doen die moeten gebeuren en pas dan de leuke dingen. Werkt langzamer op basis van je verstand en regels.

Externe locus of control: studenten die het gevoel hebben niet veel te kunnen doen aan hun gedrag en impulsen.

Interne locus of control: studenten die wel het gevoel hebben dat ze zichzelf, hun gedrag en hun leven kunnen beïnvloeden.

Opdracht jezelf organiseren
Wat? Disney methode
Hoe? Pak drie stoelen en zet die op verschillende plaatsen in de ruimte en volg de instructies van de docent
• 1 stoel = de dromer
• 1 stoel = de realist
• 1 stoel = de criticus
Hulp? Zet je bevindingen op papier
Tijd? 10 minuten voor bevindingen op papier zetten
Resultaat? De student werkt gericht aan een doel, ook al is de weg ernaartoe saai of lastig

1. Ga op de plaats van de dromer staan/zitten:
• Laat je geest vrij ronddwalen, denk niet in belemmeringen of zelfs maar aan de realiteit
• Denk GROOTS! Wat zou je doen als mislukking was uitgesloten?
• Visualiseer hoe het eruit zou zien als je droom is bereikt
• Stap nu uit de positie en neem een momentje van rust…. Haal
adem!
2. Ga naar de positie van realist en denk na over het plan waar je van droomde
• Stel dat je plan haalbaar is…. Wat ga je dan doen? Je kijkt NIET naar risico’s en belemmeringen, je gaat ervanuit dat het haalbaar is
• Hoe krijg je het voor elkaar?
• Stap uit de positie en kom tot rust…. 

3. Ga nu op de positie van de criticus staan/zitten
• Je gaat vooral kijken naar wat er mis kan gaan. Wat
ontbreekt er, welke risico’s zijn er? Wat kan je
tegenhouden?
• Doorloop, als dat nodig is, de stappen nog een keer:
welke rol heb je nog te weinig ruimte gegeven? Welke
stem heb je nog niet genoeg gehoord? 






Slide 24 - Slide

Disney methode: een creativiteitstechniek waarmee je jouw dromen kan omzetten in realistische doelen. Door gebruik te maken van drie verschillende posities; de dromer, de realist en de criticus, bekijk je jouw droom vanuit drie verschillende perspectieven. Het helpt je ideeën testen, filteren en aanscherpen.
Evaluatie jezelf organiseren
  • Welke rol heb je het meest laten nadenken?
  • Welke rol vond je het makkelijkst?
  • Welke rol vond je het moeilijkst?
  • Tot welke inzichten ben je gekomen?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Jezelf vertrouwen
Wat is het?
Het hebben of verkrijgen van vertrouwen in het eigen kunnen om een leertaak tot een succes te brengen en dat zelfvertrouwen gebruiken om jezelf te motiveren

Wat zijn de voordelen?
Je hebt vertrouwen dat je een bepaalde taak of opdracht aankan

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Training jezelf vertrouwen
  • Expectancy-Value Theory (EVT)
  • Mindsettheorie (growth en fixed mindset)
- Letten op wat goed gaan
- Zelfvertrouwen opdoen
- Je talenten ontdekken
- Uitdagende taken maken
- Verantwoordelijkheid nemen voor succes
Feedback geven en zoeken
Verwachting   x waarde           = motivatie
(dat je een           (die je hecht         (om een
studieactiviteit   aan het succes     studie-  
succesvol kunt   vol uitvoeren         activiteit
uitvoeren)            van een studie-    uit te
                                activiteit)               voeren)
LS Jezelf              LS Het nut
vertrouwen         zien

Slide 27 - Slide

Expectancy-Value Theory (EVT): stelt dat twee factoren de motivatie om bepaald gedrag te vertonen of een bepaalde taak uit te voeren, bepalen. Je kunt hierbij denken aan het leren voor een toets of het uitvoeren van een bepaalde opdracht. Als eerste de mate waarin de student het vertrouwen heeft dat hij het gedrag en/of taak succesvol kan vertonen, dit noem we ook wel self-efficacy. Ten tweede is de waarde die de student hecht aan het gedrag of de taak en/of uitkomsten daarvan van groot belang. Als de studenten meer vertrouwen hebben dat ze het kunnen en meer waarde hechten aan het gedrag, de taak en/of de uitkomsten ervan, dan zijn ze volgens de EVT meer gemotiveerd om het gedrag te laten zien of de taak uit te voeren.

Mindsettheorie: mindset is een set van ideeën die mensen kunnen hebben als het gaat over hun vermogen om te leren en zich te ontwikkelen. We kennen daarbij twee vormen van mindset: growth mindset en fixed mindset. 
- Een student met een growth mindset gelooft dat, ook al is iets moeilijk, hij best dingen kan leren, ook al lijken ze misschien lastig. 
- Studenten met een fixed mindset denken daarentegen dat je iets wel of niet kunt en dat je best doen, weinig zin heeft. Ze zien fouten als een persoonlijk falen en vermijden dan ook taken die hen moeilijk lijken en waar ze geen direct succes verwachten.

Opdracht jezelf vertrouwen
Wat? Feedback geven
Hoe? Overhoor de theorie of bekijk een handeling van je medestudent. Geef vervolgens
Feedup: waar gaat ze heen, wat haar doel?
Feedback: wat heeft ze gedaan, hoe heeft ze het doel tot nu toe aangepakt?
Feedforward: wat is de volgende stap, wat moet ze verder doen om de gestelde doelen te bereiken?
Hulp? (praktijkwerk)boek
Tijd? ... minuten
Resultaat? De student heeft vertrouwen in de taak die zij moet uitvoeren
Klaar? Voer de overhoren/handeling weer uit en pas de feedback toe

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie jezelf vertrouwen
  • In hoeverre heb je het doel gehaald op een schaal van 0 tot 10?
  • Wat ging er goed?
  • Wat ging er minder goed?
  • Naar welk cijfer op de schaal wil je naartoe?
  • Wat moet je hiervoor doen?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Jezelf motiveren
Wat is het?
Het aanboren van de eigen (intrinsieke) motivatie voor leren en deze inzetten tijdens het leren

Wat zijn de voordelen?
Jezelf motiveren en/of laten blijven

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Training jezelf motiveren
  • Intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie
  • Doeloriëntatie
- Mastery approach
- Mastery avoidance
- Performance approach
- Performance avoidance

Slide 31 - Slide

Intrinsieke motivatie:
Extrinsieke motivatie:
- Mastery approach: student wil beter presteren dan hij eerder deed
- Mastery avoidance: student wil niet slechter presteren dan hij eerder deed
- Performance approach: student wil beter presteren dan anderen
- Performance avoidance: student wil niet slechter presteren van anderen
Opdracht jezelf motiveren
Wat? Mindset opdracht
Hoe? Student A maakt een opdracht en benoemt alles wat hij doet. Student B schrijft op wat zij merkt aan student A bij het maken van de opdracht. Wat is haar gedrag?
Hulp? -
Tijd? 5 minuten
Resultaat? De student investeert tijd en energie in schoolwerk
Klaar? Wissel om en schrijf jullie bevindingen over elkaar op

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie jezelf motiveren
  • Wat viel je op aan het gedrag van je medestudent?
  • Kon je zien of zij een growth of fixed mindset heeft? Zo ja, welke? Hoe zag je dat?
  • Wat kan je van haar leren?
  • Heb je tips voor haar om haar mindset te veranderen/ te houden?
  • Waarom is het belangrijk dat je deze opdracht kunt uitvoeren?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions