Leerstrategieën opstart

Leerstrategieën
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerstrategieën

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Na deze training......
  •  weet je wat het woord leerstrategie betekent. 
  •  weet je hoe het ook alweer zat.
  •  welke leerstrategieën er zijn.
  •  leer je van elkaars evaluatie.
  •  heb je intrinsieke motivatie om met leerstrategieën aan de slag te gaan :) 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerstrategieën
  •  De leerlingen expliciet trainen in het gebruik van meerdere leerstrategieen: Dat wil zeggen dat als je als docent uitlegt wat de betreffende leerstrategie inhoud en hoe en wanneer de leerling deze kan inzetten. Dit wordt ook wel strategie-instructie genoemd. Strategie-instructie is vooral van belang op momenten dat het er toe doet (toets ed).

  •  Tools inzetten die leerlingen stimuleren om bepaalde leerstrategieën in te zetten: Dit doe je idealiter door de hele schoolperiode heen zodat het algehele functioneren van de leerling, klas en school omhoog getild wordt. 

Slide 3 - Slide

* De leerlingen expliciet trainen in het gebruik van meerdere leerstrategieen: Dat wil zeggen dat als je als docent uitlegt wat de betreffende leerstrategie inhoud en hoe en wanneer de leerling deze kan inzetten. Dit wordt ook wel strategie-instructie genoemd. Strategie-instructie is vooral van belang op momenten dat het er toe doet (toets ed).
* Tools inzetten die leerlingen stimuleren om bepaalde leerstrategieen in te zetten: Dit doe je idealiter door de hele schoolperiode heen zodat het algehele functioneren van de leerling, klas en school omhoog getild wordt. 
Hoe zat het ook alweer?
  1.  Metacognitieve kennis
  2.  Metacognitieve vaardigheden
  3.  Cognitieve vaardigheden
  4.  Organisatievaardigheden
  5.  Motivatie

Slide 4 - Slide

Metacognitie: is het vermogen om na te denken over je eigen gedachten en de manier van redeneren en leren. Je kunt het beschouwen als een helicopterview. Beschik je over voldoende metacognitieviteit dan ben je in staat om boven je eigen gedachten uit te stijgen en deze te observeren en evalueren. Vaardigheden zijn een verlengstuk van de kennis.

Cognitie: Het opnemen en verwerken van kennis en informatie ongeacht de leeftijd.

Organisatievaardigheden: Zelfstandig kunnen leren is niet alleen een mentale of intellectuele kwestie. Een leerling moet daarvoor ook goed kunnen organiseren. Dat betekent 'besturen' in de volgende 3 zaken; zichzelf, zijn fysieke omgeving en anderen. 

Motivatie: Het is zinvol om onderscheid te maken tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Van intrinsieke motivatie is sprake als de motivatie tot leren uit de leerling zelf komt; hij leert omdat hij het leuk of interessant vindt. 
Een leerling is excentriek gemotiveerd als hij een taak uitvoert om redenen die buiten hemzelf liggen, bv een goed cijfer of geen straf willen krijgen.
In het algemeen is intrinsieke motivatie belangrijker voor zelfstandig leren dan excentrieke motivatie. 
 

1 Overzien
  •  Inzet van algemene metacognitieve kennis

  •  Het inzetten van kennis over leren en hoe je dat het beste kunt doen. Het houdt in dat je weet welke leerstrategieën je tot je beschikking hebt om een leertaak uit te voeren en wanneer het verstandig is om deze in te zetten. Je gebruikt die kennis tijdens het leren.

Slide 5 - Slide

Het inzetten van kennis over leren en hoe je dat het beste kunt doen. Het houdt in dat je weet welke leerstrategieën je tot je beschikking hebt om een leertaak uit te voeren en wanneer het verstandig is om deze in te zetten. Je gebruikt die kennis tijdens het leren.
1 Jezelf kennen
  •  Inzet van persoonlijke metacognitieve kennis

  • Het inzetten van kennis die je over jezelf hebt als het gaat om leren. Je hebt inzicht in zwakke en sterke punten met betrekking tot school en weet hoe je het beste leert. Je zet deze kennis optimaal in tijdens het leren.

Slide 6 - Slide

Het inzetten van kennis die je over jezelf hebt als het gaat om leren. Je hebt inzicht in zwakke en sterke punten met betrekking tot school en weet hoe je het beste leert. Je zet deze kennis optimaal in tijdens het leren.
2 Vooruitkijken
  •  Plannen en voorspellen

  •  Het plannen van leerwerk in termen van taken, tijd en prioriteiten. 

Slide 7 - Slide

* Plannen en voorspellen
* Het plannen van leerwerk in termen van taken, tijd en prioriteiten. 
2 Bijhouden
  •  Monitoren en controleren

  •  Het nagaan en bijhouden van voorgang in het leren tijdens een leertaak ( zowel in termen van resultaten als in termen van concentratie en inzet). 

Slide 8 - Slide

* Monitoren en controleren
* Het nagaan en bijhouden van voorgang in het leren tijdens een leertaak ( zowel in termen van resultaten als in termen van concentratie en inzet). 
2 Terugkijken
  •  Evalueren

  •  Het terugkijken op de leertaak en het leerproces. Daaruit een conclusie of een les trekken.

Slide 9 - Slide

* Evalueren
* Het terugkijken op de leertaak en het leerproces. Daaruit een conclusie of een les trekken.
3 Herhalen
  •  Herhalen

  •  Het letterlijk herhalen van de stof.

Slide 10 - Slide

* Herhalen
* Het letterlijk herhalen van de stof.
3 Verdiepen
  •  Dieper verwerken

  •  Actief iets doen met de leerstof en erover nadenken.

Slide 11 - Slide

* Dieper verwerken
* Actief iets doen met de leerstof en erover nadenken.
3 Structureren
  •  Organiseren

  •  Het inperken en organiseren van informatie en leerstof in de vorm van geschreven tekst of visuele weergave.

Slide 12 - Slide

* Organiseren
* Het inperken en organiseren van informatie en leerstof in de vorm van geschreven tekst of visuele weergave.
4 Jezelf organiseren
  •  Zelfmanagement

  •  Het in goede banen leiden van eigen inspanningen ten behoeve van het leren.

Slide 13 - Slide

* Zelfmanagement
* Het in goede banen leiden van eigen inspanningen ten behoeve van het leren.
4 Omgeving organiseren
  •  Omgeving managen

  •  Het creëren van een leeromgeving waarin optimaal geleerd kan worden. 

Slide 14 - Slide

* Omgeving managen
* Het creëren van een leeromgeving waarin optimaal geleerd kan worden. 
4 Anderen organiseren
  •  Anderen managen

  •  Het beïnvloeden van anderen zodat je van hen krijgt wat je nodig hebt om goed te kunnen leren.

Slide 15 - Slide

* Anderen managen
* Het beïnvloeden van anderen zodat je van hen krijgt wat je nodig hebt om goed te kunnen leren.
5 Jezelf vertrouwen
  •  Zelfeffectiviteit 

  •  Het hebben of verkrijgen van vertrouwen in het eigen kunnen om een leertaak tot een succes te brengen en dat zelfvertrouwen gebruiken om jezelf te motiveren. 

Slide 16 - Slide

* Zelfeffectiviteit
* Het hebben of verkrijgen van vertrouwen in het eigen kunnen om een leertaak tot een succes te brengen en dat zelfvertrouwen gebruiken om jezelf te motiveren. 
5 Het nut zien
  •  Taakwaarde

  •  Het verkrijgen van inzicht in de waarde van lesstof of een leertaak en dat gebruiken om jezelf te motiveren. 

Slide 17 - Slide

* Taakwaarde
* Het verkrijgen van inzicht in de waarde van lesstof of een leertaak en dat gebruiken om jezelf te motiveren. 
5 Jezelf motiveren
  •  Doeloriëntatie 

  •  Het aanboren van je eigen ( intrinsieke) motivatie voor leren en deze in te zetten tijdens het leren.

Slide 18 - Slide

* Doeloriëntatie
* Het aanboren van je eigen ( intrinsieke) motivatie voor leren en deze in te zetten tijdens het leren.
Evaluatie

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Differentiatie of extra uitleg?
Dat kan!
  

Wil je of heb je ergens extra uitleg over nodig, kom dan bij Rick of Chantal langs, mail ons of spreek ons aan.

Bedankt voor jullie inzet.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions