Les 12 - Nauwkeurig formuleren

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Werkfase
De antwoorden staan op p. 76 en 77 van je handboek

Geef antwoord in volledige zinnen.



Slide 10 - Slide

'Hans zei Grietje zal ik met dit mooie weer mijn rokje aan doen?' (Herman Finkers)

Leg aan de hand van het voorbeeld van Herman Finkers uit waarom interpunctie heel belangrijk is in onze taal.

Slide 11 - Open question

Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.

De sollicitant bedankte voor de baan.

Slide 12 - Open question

Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.

Energiedrankjes kunnen onder bepaalde omstandigheden slechts beperkt gebruikt worden.

Slide 13 - Open question

Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.

Snij de tomaten, scheur de slabladeren van de nerven en was ze in ijskoud water.

Slide 14 - Open question

Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.

De wetenschapper onderzocht de reacties van mensen in zekere situaties.

Slide 15 - Open question

Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.

De minister beschreef zijn werkzaamheden als lijnen uitzetten, politieke thema's agenderen en verkiezingen winnen.

Slide 16 - Open question

Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.

Allerlei factoren hebben er samen voor gezorgd dat de samenwerking tijdens ons PWS over het algemeen niet zo soepel verliep.

Slide 17 - Open question

Nauwkeurig formuleren is belangrijk bij toetsvragen. Lees onderstaande vraag voor het vak Nederlands en het antwoord van een leerling. VRAAG-'Nederland heeft goud gewonnen op de Olympische Spelen.' Is in dit voorbeeld sprake van een zuivere metafoor of van metonymia?

ANTWOORD LEERLING Ja.

Zou jij het antwoord van deze leerling goed rekenen? Leg uit waarom. T2

Slide 18 - Open question

Lees de tekst over de vuurtoren op pagina 75 van je oefenboek.

Noteer de lege woorden in de tekst.

Slide 19 - Open question

1. Welke stopwoorden gebruik jij?
2. Welke stopwoorden van anderen vind jij irritant?
3. Waarom gebruiken mensen stopwoorden?

Slide 20 - Open question

Evaluatie
Beantwoord de volgende drie vragen om te kijken of je het doel van de les hebt bereikt.

Slide 21 - Slide

Hoe kun je nauwkeuriger
formuleren?

Slide 22 - Mind map

Welke formuleringen maken
een tekst onnauwkeurig?

Slide 23 - Mind map

Wat is het effect van
onnauwkeurig taalgebruik?

Slide 24 - Mind map