Kennis van de context en het doel van de coachee
Voorbeeld:
Coachee: "Ik wil meer zelfvertrouwen krijgen, maar ik weet niet hoe."
Coach: "Zelfvertrouwen? Dat is niks voor jou! Jij bent toch altijd de twijfelaar, daar ben je gewoon goed in."
(Als de coach weet dat zelfvertrouwen het doel is, kan zo’n provocatie de coachee aanzetten om zichzelf tegen te spreken: "Nee, dat is niet zo! Ik kan dit best.")