H1/V1 - H11.1 - Rekenen met variabelen

H11.1 en 11.2 Rekenen met variabelen


(12-1) Optellen en aftrekken

(12-2) Vermenigvuldigen

1 / 10
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H11.1 en 11.2 Rekenen met variabelen


(12-1) Optellen en aftrekken

(12-2) Vermenigvuldigen

Slide 1 - Slide

Variabelen
zijn de letters die later omgezet kunnen worden tot een getal

Slide 2 - Slide

Optellen van variabelen

Slide 3 - Slide

Formules korter schrijven

Gelijksoortige termen kunnen worden samengenomen.

Termen met dezelfde variabelen: 5a + 6a wordt 11a

Termen met verschillende variabelen kunnen NIET worden samengenomen, bijvoorbeeld 6a + 3q kun je niet samennemen 


Slide 4 - Slide

De formule
zo kort mogelijk is:
p=3q+42q
A
p=5q+4
B
p=q+4
C
p=5q
D
Kan niet korter

Slide 5 - Quiz

De formule
zo kort mogelijk is:
t=4a2c+3a
A
t=5a
B
t=5c
C
t=7a-2c
D
Kan niet korter

Slide 6 - Quiz

Vergelijkingen oplossen

Eerst zo veel mogelijk gelijksoortige termen samennemen,

dus schrijf de vergelijking zo kort mogelijk.


Daarna pas de vergelijking oplossen.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld, los op:
8b95b=8
3b9=8
3b=1
b=31

Slide 8 - Slide

De vergelijking
korter geschreven is:
10q44q=16
A
6q-4=-16
B
14q-4=-16
C
2q=-16
D
Kan niet korter

Slide 9 - Quiz

Zelf aan de slag!
12-1 afmaken



Kijk het huiswerk ook na


Slide 10 - Slide