Les 1.2 Onderzoeken

Les 1.2 Onderzoeken
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 1.2 Onderzoeken

Slide 1 - Slide

Onderzoek doen
Volgorde onderzoek/ werkwijze wetenschappelijke methode
  1. Onderzoeksvraag. Wat wil je ontdekken/onderzoeken? 
  2. De hypothese. Je schrijft op wat je denkt dat er gaat gebeuren (het verwachte resulaat).
  3. Experiment bedenken
  4. Experiment uitvoeren
  5. (meet)resultaten overzichtelijk weergeven (in tabel/grafiek)
  6. Onderzoeksvraag beantwoorden (en kijken of jouw hypothese wel/niet goed was)

Slide 2 - Slide

Waarnemen
Als je een experiment uitvoert, moet je nauwkeurig waarnemen wat er gebeurt. 
Waarnemen doe je met je zintuigen.
Let op. Sommige dampen zijn giftig!

Slide 3 - Slide

Waarnemen
Met je zintuigen waarnemen kan, maar is niet erg nauwkeurig. Daarvoor gebruiken we meetinstrumenten

Slide 4 - Slide

Grootheid, eenheid en meetwaarde
  • ''Ik weeg 60''
  • ''Ik weeg 60 kilogram''

  • Eenheid: hoeveelheid of maat waarin je iets uitdrukt. Staat achter het getal. 
  • Meetwaarde: het getal 60 is de meetwaarde.


Slide 5 - Slide

Eenheid
Tijd kun je verschillende eenheden gebruiken
  • minuten
  • uren
  • dagen
  • weken
Lengte kun je ook verschillende eenheden gebruiken
  • centimeter
  • meter 
  • kilometer

Slide 6 - Slide

Grootheid
Grootheid: een eigenschap die je kunt meten. 
Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheden. 

  • Tijd (grootheid) --> uren, minuten, dagen, weken (eenheden)
  • Lengte (grootheid) --> centimeter, meter, kilometer (eenheden)
  • Temperatuur (grootheid) --> graden celcius (eenheid)

Slide 7 - Slide

Welke waarnemingen mag je altijd doen bij een onderzoek?
A
horen en proeven
B
horen en zien
C
proeven en voelen
D
Ruiken en zien

Slide 8 - Quiz

Lengte
Massa
Tijd
Volume
Kilogram
Liter
Meter
Seconde

Slide 9 - Drag question

Horen
Proeven
Ruiken
Voelen
Zien
Huid
Neus
Oren
Tong
Ogen

Slide 10 - Drag question

Is het een waarneming of een conclusie?
''Papier brand beter dan hout''
A
Waarneming
B
Conclusie

Slide 11 - Quiz

Is het een waarneming of een conclusie?
''Na 20 seconden is dit papiertje uitgebrand.''
A
Waarneming
B
Conclusie

Slide 12 - Quiz

Is het een waarneming of een conclusie?
''Nick is het langst van de klas''
A
Waarneming
B
Conclusie

Slide 13 - Quiz

Wat is de grootheid in de onderstaande zin?
''Het zwembad heeft een lengte van 25 meter''.
A
Zwembad
B
Lengte
C
25
D
Meter

Slide 14 - Quiz

Wat is de grootheid in de onderstaande zin?
''De tijd die Jurgen nodig heeft om naar huis te fietsen is 15 minuten''.
A
Fietsen
B
Tijd
C
Minuten
D
15

Slide 15 - Quiz

Wat is de grootheid in de onderstaande zin?
''In de koelkast is de temperatuur meestal 4 graden Celsius''.
A
temperatuur
B
4
C
graden
D
graden Celsius

Slide 16 - Quiz

Wat is de eenheid in de onderstaande zin?
''De breedte van het tennisveld is 8,23 meter''.
A
breedte
B
8,23
C
meter
D
tennisveld

Slide 17 - Quiz

Wat is de eenheid in de onderstaande zin?
''De massa van de bloemkool is 600 gram''.
A
massa
B
Bloemkool
C
600
D
gram

Slide 18 - Quiz

Als de luchtdruk onder 1013 hectopascal komt, 
is de kans op regen groot.
Grootheid
Eenheid

Slide 19 - Drag question

Als de temperatuur 39 graden Celcius is, heb je koorts
Grootheid
Eenheid

Slide 20 - Drag question

Maken 1, 2, 3, 5, 6, 8, 9 en 10
Blz 15 t/m 17

Slide 21 - Slide

Nakijken

Slide 22 - Slide

1
  • Omdat sommige stoffen giftig kunnen zijn 

Slide 23 - Slide

2
  • B

Slide 24 - Slide

3
  • A - 3
  • B - 1
  • C - 4
  • D - 2 

Slide 25 - Slide

5
  • A - 4
  • B - 5
  • C - 2
  • D - 1
  • E - 3 

Slide 26 - Slide

6
  • a. onderzoeksvraag
  • b. onderzoeksvraag
  • c. conclusie
  • d. onderzoeksvraag
  • e. conclusie
  • f. conclusie

Slide 27 - Slide

8a
  • Het zwembad heeft een lengte van 25 meter.
  • De tijd die Jurgen nodig heeft om naar huis te fietsen is 15 minuten.
  • In een koelkast is de temperatuur meestal 4 graden Celsius.
  • De breedte van een tennisveld is 8,23 meter.
  • De massa van de bloemkool is 600 gram. 

Slide 28 - Slide

8b
  • Als je temperatuur 39 graden Celsius is, heb je koorts.
  • Een voetbalwedstrijd duurt twee keer 45 minuten.
  • Anna judoot in de klasse tot 52 kilogram.
  • Bij hockey ligt de strafbalstip op 6,4 meter van het doel.
  • Als de luchtdruk onder 1013 hectopascal komt, is de kans op regen groot.

Slide 29 - Slide

9
  • De eenheid: kilometer per uur

Slide 30 - Slide

10
  • alcohol

Slide 31 - Slide