THEO les 2A Epitheelweefsel

Theorie Gezichtsbehandeling Epitheelweefsel
1 / 38
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 135 min

Items in this lesson

Theorie Gezichtsbehandeling Epitheelweefsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weefsels en epitheelweefsel
Leerlijn Algemene theorie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Cel en weefsels

  • de cel en celdeling
  • weefsels en epitheelweefsel
  • steun-, bind- en beenweefsel
  • spier- en zenuwweefsel


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Herhalen
  • Cel opbouw
  • Cel functies
  • Celdeling
Nieuw:
Weefsels en epitheelweefsel

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • De definitie van een weefsel kunnen benoemen en identificeren van verschillende weefsels.
  • Kennis hebben van de opbouw van epitheelweefsel, inclusief de lagen en celtypen die betrokken zijn.
  • Beschrijven van de verschillende vormen van epitheelcellen, zoals plaveisel-, kubisch- en cilinderepitheel, en begrijpen hoe de vorm van de cellen gerelateerd is aan hun functie.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Herhalen celleer

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Maak de zin af: Een organisme is opgebouwd uit ....
A
Micro-organismen
B
Macro-organismen
C
Cellen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het vlies om de celkern heen?
A
Kernmembraan
B
Cytoplasma
C
Cellichaam

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Uit welke 2 stofjes bestaat het kernplasma?
A
Cytoplasma en vocht
B
Vocht en membraan
C
Vocht en chromatine

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt mitose ook wel genoemd?
A
Indirecte celdeling
B
Directe celdeling

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Door het samenkomen van een eicel en zaadcel ontstaat er celdeling. Welke vorm van celdeling vindt er plaats bij geslachtscellen?
A
Directe celdeling
B
Meiose
C
Mitose

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel chromosomen zitten er in een cel die is ontstaan door mitose?
A
23
B
46
C
92

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke celdeling vindt plaats bij huidcellen?
A
Directe celdeling
B
Meiose
C
Mitose

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waar in het lichaam zit het meeste vocht?
A
In de bloedbaan
B
In de cellen
C
Tussen de cellen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Weefsels

Slide 15 - Slide

https://www.sutori.com/en/story/h1-de-cellen-en-weefsels--hXv45Vk4kvUcEMUaxUfCSTi5
Weefsels
Definitie weefsel: een groep cellen met dezelfde vorm, functie, celtussenstof, celafkomst 

Orgaan: Verschillende weefsels samen 

Orgaanstelsel: verschillende organen samen met dezelfde taak
- spierstelsel
- zenuwstelsel
- ademhalingsstelsel
- spijsverteringsstelsel

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Het menselijk lichaam heeft 4 types weefsels
Epitheelweefsel: dekweefsel/bescherming/ stof afscheiden (de huid, lichaamsholtes)
Zenuwweefsel: prikkelverwerking (zenuwstelsel, hersenen)
Spierweefsel: maakt beweging mogelijk (spieren, hartspier, bloedvaten)
Steunweefsel: bieden van steun en stevigheid (bindweefsel, kraakbeen)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Epitheelweefsel 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Epitheelweefsel
Epitheelweefsel heeft weinig tot geen tussencelstof en ligt dicht tegen elkaar aan. 

Het bekleed de inwendige- en uitwendige oppervlakken van het lichaam.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Epitheelweefsel is in te delen in
- Aantal lagen 
(eenlagig of meerlagig)

- Vorm van de cellen 
(plaveisel, kubisch of cilindrisch)

- Functie 
(bedekkend of afscheidend)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Epitheelweefsel, te verdelen in aantal lagen
eenlagige epitheelcellen noemen we ook wel endotheel
Bv. binnenbekleding bloed- en lymfevaten, hart en longblaasjes

Meerlaging
Bv. in de slokdarm



Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Epitheelweefsel
Indelen naar vorm
- Plaveiselepitheel = platte vorm
- Kubisch epitheel = vierkante vorm 
- Cilindrisch epitheel = hoge cellen 
- Trilhaarepitheel = bijzondere vorm van cilindrisch epitheel 

Slide 22 - Slide

Plaveisel epitheel: 
eenlagig:  in binnenkant bloed- en lymfevaten, hart en longblaasjes. Meerlagig: in de slokdarm

Kubisch epitheel: 
eenlagig in de eierstokken en nierkanaaltjes. 
Meerlagig in opperhuid.

Cilindrisch epitheel: vaak voorkomend, o.a. afvoergangen van klieren, in de basale laag van de opperhuid.
Trilhaarepitheel
Bijzondere vorm van
cilindrisch epitheel

Trilharen zitten tussen de cilindervormige cellen in.

Komen voor in 
neus, oren en eileiders 

Slide 23 - Slide

Trilhaarepitheel is epitheelweefsel met een vervoersfunctie. Dit is een bijzondere vorm van cilindrisch epitheel. De trilhaartjes bevinden zich aan de oppervlakte van de cellen en kunnen in beweging komen. Deze bewegingen werken als een lopende band waardoor het weefsel stoffen kan verplaatsen. Trilhaarepitheel komt o.a. voor in de slijmvliezen van de luchtwegen zodat bacteriën en stofdeeltjes die je inademt blijven hangen in het slijm. Je slikt dit vervolgens door. Ook komt trilhaarepitheel voor in de eileiders waardoor een eicel zich kan verplaatsen van de eileider naar de baarmoeder. 
Epitheelweefsel
indelen naar cel-functie
- dekkend of beschermend; bekleding, verhoornd of niet verhoornd
     (opperhuid, binnenkant holle organen)

- afscheidend (=klierweefsel); productie van nuttige of afvalstoffen
    (slijmvliezen, klieren)

- vervoer - verplaatsen; afvoeren en vervoeren van stoffen
    (luchtwegen, eileiders, Buis van Eustachius)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Klieren

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Klierweefsel
Afscheidend epitheel = klierweefsel 

Klieren zijn opgebouwd uit klierweefsel (zweet- en talgklieren)
Klieren produceren en scheiden stoffen uit.

Soorten:
Eencellige klieren ; de slijmbekercellen maken slijm en vormen slijmvlies.
In de neus en mond.

De meeste klieren zijn meercellige klieren.  Te verdelen naar:
  • bouw

  • afscheidingsvorm
  • functie


Slide 26 - Slide

Afscheidend epitheel is een speciaal soort weefsel dat we ook wel klierweefsel noemen. 

Klieren zijn opgebouwd uit klierweefsel.  (bijvoorbeeld de zweet- en talgklier)

Klieren produceren en scheiden stoffen uit.

Er zijn twee soorten klieren: eencellige en meercellige klieren. 

Eencellige klieren zijn de slijmbekercellen die slijm maken en zo slijmvlies vormen. De slijmvliezen bestaan uit epitheelcellen met daartussen de slijmcellen. 
Waar: in de neus en mond.
De slijmvliezen scheiden slijm af ter bescherming van het orgaan en zorgen er voor dat het oppervlak vochtig en glad blijft.

De meeste klieren zijn meercellige klieren.  Ze kunnen ingedeeld worden op basis van de manier van afscheiden, vorm en functie.

Functie: Uitscheiding 
Afgifte van stoffen
Nuttige stoffen (AFscheiding/Secretie):
- talg
- melk
- hormoon

Afvalstoffen (UITscheiding/Excretie:
- zweet

Hormoonstof (Incretie)

Slide 27 - Slide

zweetklieren
talgklieren
melkklieren
soorten afscheiding kliercellen
Exocriene klieren: met afvoerbuis, scheiden af naar buiten (extern), bv talgklier

Endocriene klieren: zonder afvoerbuis, scheiden af naar bloedbaan (intern), bv hormonen

Endo-exocriene klieren: combinatie van werking; intern en externe uitscheiding, bv alvleesklier: hormoon insuline en spijsverteringsenzym


Slide 28 - Slide

Exocriene klieren:
Klieren met een afvoerbuis. Het product komt uit via een afvoerbuis. Het scheidt stoffen af aan de buitenkant van het lichaam. (en ook buiten milieu in het lichaam.)
Endocriene klieren:
Deze zijn hormoonklieren. Het zijn Klieren zonder afvoerbuis. Ze geven stoffen af binnen in het bloedbaan. Het blijft binnen het lichaam.
Endo-exocriene klieren:
Klieren die zowel HORMONEN afscheiden en een afvoerbuis hebben. Deze klieren geven aan de buitenkant en aan de binnenkant stoffen af aan lichaam.(Voorbeeld alvleesklier)
Soorten exocriene klieren
(met afvoerbuis)

Eccriene klieren; scheiden alleen stoffen af die door de klier gemaakt wordt. Kliercel blijft heel. (Speekselklier, traanklier, kleine zweetklier)

Apocriene klieren; scheiden stoffen af waarbij een deel van de kliercel wordt afgegeven. (Grote zweetklier, melkklier, oorsmeerklier)

Holocriene klieren; scheiden stoffen af waarbij de gehele kliercel verloren gaat. (Talgklier)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Endocriene klieren (zonder afvoerbuis)
Geven hormonen af.
Endo-exocriene klieren
Klieren die zowel HORMONEN afscheiden en een afvoerbuis hebben.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Verdelen exocriene klieren in vorm
- buisvormig: bv zweetklier
- trosvormig: bv talg-, melk-, speekselklier
- gemengde klieren (buis-tros): 
     bv oorsmeerklier



Slide 31 - Slide

Buis - zweetklier
Tros - talgklier
Gemengd - oor speekselklier 
Opdracht 1
Ga maar Teams
Maak opdracht "Organisme & epitheelweefsel"



Nabespreken

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Lees blz. 8 t/m 10  over Weefsels.
Onderstreep belangrijke woorden en zinnen.


Slide 33 - Slide

antw: Hoe
groepje cellen met dezelfde vorm, taak, celtussenstof en cel-afkomst vormt een weefsel.
Verschillende weefsels samen vormen een orgaan. 
Verschillende organen met een gezamenlijk doel vormen een orgaanstelsel
Verschillende orgaanstelsels die samenwerken komen we tot een individu 

Het zijn er in totaal 7:
  1. de Huid.
  2. het beenderenstelsel.
  3. het Spierstelsel.
  4. het Hormoonstelsel.
  5. het Imuunstelsel.
  6. het Voortplantingstelsel.
  7. het Ademhalingstelsel.
  8. het Bloedvatenstelsel.
Nakijken 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Volgende les: Steunweefsel

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Dek-epitheel / beschermend 
Soorten:
  • Verhoornd
  • Niet verhoornd

Ligging:
  • Opperhuid (verhoornd en niet verhoornd)
  • Inwendige holle organen (niet verhoornd)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Epitheel met een vervoersfunctie
Trilhaarepitheel

Voorbeeld:
  • Slijmvliezen van de luchtwegen
  • Eileiders
  • Buis van Eustachius 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Afscheidend epitheelweefsel
Afscheidend epitheelweefsel noemen we ook wel klierweefsel. 

Taak: klierweefselcellen produceert een bepaalde stof en scheidt deze vervolgens af.
Voorbeeld 
talgklierweefsel produceert vet in de talgklier

Slide 38 - Slide

zweetklieren
talgklieren
melkklieren