19. (Nakijken in je schrift, met andere kleur pen)
Daan heeft een aantal zakjes met in elk zakje evenveel knikkers (a). Om erachter te komen hoeveel knikkers er in een zakje zitten, legt hij de zakjes samen met losse knikkers op de balans. De balans is nu in evenwicht.
a. Daan haalt van elke kant van de balans 4 zakjes af. Wat houdt hij over?
Daan houdt links 11 knikkers over en
rechts 2 zakjes en 3 knikkers
b. Hoeveel knikkers zitten er dus in twee zakjes?
In 2 zakjes zitten 8 knikkers. (Je kan aan allebei
de kanten nog 3 knikkers afhalen)
c. Hoeveel knikkers heeft Daan in 1 zakje?
In 1 zakje zit dan 8:2=4 knikkers