What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
verwijswoorden voor groep 6/7/8
Verwijswoorden
Kies het juiste verwijswoord:
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verwijswoorden
Kies het juiste verwijswoord:
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
Slide 1 - Slide
Verwijswoorden vervangen woorden die eerder zijn genoemd.
Je kunt verschillende verwijswoorden tegenkomen of gebruiken.
Er zijn nog 4 andere verwijswoorden.
die - deze - dat - dit
Slide 2 - Slide
Verwijswoorden!!!
Het laatste onderdeel!
Verwijswoorden.
HUNNIE hebben het gedaan!
Slide 3 - Slide
Verwijswoorden
Verbanden tussen woorden en zinnen kunnen ook aangegeven worden met verwijswoorden.
Hij, ze, hem, haar, het, deze, die, dat, dit, wat.
Slide 4 - Slide
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.
_________ denkt dat
________ spam is.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 5 - Drag question
Oefenen met verwijswoorden
Op blz 110 hebben we het gehad over verwijswoorden.
Klik op de volgende pagina om te oefenen met verwijswoorden.
Slide 6 - Slide
wat zijn verwijswoorden ?
A
de
B
deze
C
zij
D
dat
Slide 7 - Quiz
Verwijswoorden...
A
geven een verband aan in de tekst.
B
geven een eigenschap aan.
C
geven aan dat iets van iemand is.
D
verwijzen naar iets in de tekst.
Slide 8 - Quiz
Wat is geen verwijswoord?
A
de
B
deze
C
het
D
dat
Slide 9 - Quiz
Je gebruikt verwijswoorden om...
A
... het moeilijker te maken voor de lezer.
B
... de tekst korter te maken.
C
... meer afwisseling in de tekst te krijgen.
Slide 10 - Quiz
hij, die, deze, zijn
zijn verwijswoorden voor een...
A
mannelijk de-woord meervoud
B
vrouwelijk de-woord enkelvoud
C
mannelijk de-woord enkelvoud
D
onzijdig het-woord enkelvoud
Slide 11 - Quiz
Wat is geen verwijswoord?
A
ze
B
deze
C
zeker
D
zij
Slide 12 - Quiz
Een verwijswoord kan verwijzen naar:
A
één woord
B
een paar woorden
C
antwoord A, B en D zijn goed
D
een hele zin
Slide 13 - Quiz
Hij, die, deze, zijn zijn verwijswoorden voor een
A
mannelijk de-woord meervoud
B
vrouwelijk de-woord enkelvoud
C
mannelijk de-woord enkelvoud
D
onzijdig het-woord enkelvoud
Slide 14 - Quiz
Hoe
Meerdere vragen hebben te maken met verwijswoorden. Samen gaan we de vragen bespreken en op zoek naar het antwoord.
Slide 15 - Slide
Woordbegrip
Verwijswoorden
Een verwijswoord is een woord dat naar een ander woord, een woordgroep of een hele zin verwijst.
Bijvoorbeeld:
Darwishi had al veel geleerd. Hij had gezien hoe mannen reuzenblokken steen uithakten.
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Ma 28 november verwijswoorden
November 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Ma 28 november verwijswoorden
6 days ago
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Verwijswoorden
September 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Verwijswoorden
4 days ago
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2024_04_09 3.3. EJDFS
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Ma 5 dec Verwijswoorden
November 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Verwijswoorden
November 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verwijswoorden, les 1, periode 2
June 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g, mavo
Leerjaar 2