Herhaling spelling H7

Wanneer gebruik je hoofdletters?
1 / 18
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 1 - Open question

Hoofdletters: wat is de juiste spelling?
A
mevrouw Van Vliet
B
Mevrouw van Vliet
C
mevrouw Van vliet
D
Mevrouw van vliet

Slide 2 - Quiz

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
stef Van leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 3 - Quiz

Hoofdletter of niet?
A
J. Van der Plas
B
J. Van Der Plas
C
J. van der Plas

Slide 4 - Quiz

Hoofdletters en leestekens

Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
A
aan het begin van de zin
B
bij namen
C
namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken
D
bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid

Slide 5 - Quiz

Welke leestekens gebruiken we aan het einde van de zin? Vul ze alle 3 in.

Slide 6 - Open question

Paleis > meervoud
A
Paleisen
B
Paleizen

Slide 7 - Quiz

Gitaarsnaar > meervoud
A
Gitaarsnaren
B
Gitaarsnaaren
C
Gitaarsnaars
D
Gitaarsnaarren

Slide 8 - Quiz

Filmster > verkleinwoord

Slide 9 - Open question

Meervoud van leeuw
A
leeuwwen
B
leeuwen
C
lieuwen
D
leuwen

Slide 10 - Quiz

Wat kan je achter
een verkleinwoord zetten?

Slide 11 - Mind map

Verkleinwoord van kanarie

Slide 12 - Open question

Schrijf op de juiste plek de hoofdletters:
mevrouw van boven

Slide 13 - Open question

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 14 - Quiz

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 15 - Open question

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 16 - Quiz

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 17 - Open question

Wat is het bijvoeglijk naamwoord van plastic?
Hij heeft een ... tas.

Slide 18 - Open question