Unit 2, lesson 4.2 Past Simple +?-

1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Afspraken 
  • Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  • Je luistert en bent dus stil
  • Je werkt mee
  • Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  • Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
  • Je gebruikt je Chromebook alleen als het nodig is
  • Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Friday, 22 November 2024

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesson plan
Unit 2
  • Homework 
  • Recap: Lesson 4  - Words + Phrases
  • Grammar: Past Simple (?) + (-) (uitleg)
  • PractiseMore
  • Homework
 


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

My goal - our goals
Aan het einde van deze les:

...Heb je de nieuwe woorden en zinnen uit Les 2.4 herhaald.
...Weet je wanneer je de Past Simple moet gebruiken.
...Weet je hoe je de Past Simple in vraag- en ontkennende zinnen moet toepassen.
...Kun je twee dingen benoemen die je hebt geleerd.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Units 2 Lesson 2.4
Units 2 Lesson 4
StudyGO 










timer
5:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

.... Could you translate the word...... into English/Dutch?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Past Simple - B/K- page 68/71 GT-page 138
Please, take out your notebook

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Neem over in je schrift:

  1. He played a match on Saturday.
  2. She worked at a snack bar during the summer holiday. 

  3. Queen Elizabeth died on September 8th 2022.
  4. Verstappen won the race last Sunday. 






  • Wat hebben al deze zinnen met elkaar gemeen?
  • Ze staan in de verleden tijd.
  • Er staat in alle zinnen een bepaling van verleden tijd

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kijk maar:

  1. He played a match on Saturday.
  2. She worked at a snack bar during the summer holiday.


  3. Queen Elizabeth died on September 8th.
  4. Verstappen won the race last Sunday. 



  • Wat is het verschil tussen zin 1/2 & 3/4? (Tip; kijk naar de werkwoorden)

  • played (1) & worked (2) --> regelmatige werkwoorden

  • die (died) (3) & win (won) (4) --> onregelmatige werkwoorden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

LADY (afkorting van de 4 soorten signaalwoorden) W

  • Last (last year, last summer)
  • Ago (a year ago, two days ago)
  • Date (een datum)
  • Yesterday
  • When ..?
LADY stands for...

  • Last
  • Ago
  • Date
  • Yesterday

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Neem over in je schrift:


Wanneer? 
Als er iets in de verleden tijd gebeurd is. Er staat een bepaling van verleden tijd in de zin.

Hoe?
Regelmatig werkwoord: +(e)d
Onregelmatig werkwoord: rijtje 2, page 166
GT - page 155/156
The Past Simple

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Link

This item has no instructions

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
paint
carry
be
write
bring
find
feel
buy
advise
have

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Past Simple:

Wat is de regel van de Past Simple?
A
hele ww + - ed of rijtje 2 onr.ww
B
hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Past Simple:

Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een regelmatig werkwoord..

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een onregelmatig werkwoord..

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Waar denk je aan bij deze tekens?
+
-
?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

3 soorten zinnen..
       bevestigend                     ontkennend                      vragend
+
-
?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions




  • He played a match on Sunday.
  • He didn't play a match on Sunday. 

  • She worked at a snackbar.
  • She didn't work at a snackbar. 

  • Verstappen lost the race.
  • Verstappen didn't lose the race.



  • He played a match on Sunday.
  • Did he play a match on Sunday?

  • She worked at a snackbar.
  • Did she work at a snackbar?

  • Verstappen lost the race.
  • Did Verstappen lose the race?


Ontkennend maken
Vragend maken

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Neem over in je schrift:
In een ontkennende zin...
..gebruik je ALTIJD didn't + hele werkwoord
Let op! De -ed achter het werkwoord verdwijnt!
--> He didn't play a match on Sunday.

In een vragende zin...
.. begin je ALTIJD met did
.. daarna komt het onderwerp (wie of wat)
.. daarna gebruik je het hele werkwoord

Ontkennend maken
Vragend maken

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Choose the correct Past Simple form:

(+) My sister ....... with her friends yesterday.
A
has played
B
played
C
plaied
D
did played

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


My teacher ....... me how to use the Past Simple last year.
A
teached
B
taughted
C
taught
D
teaches

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

(?) ....... for his test?
A
Did he studyed?
B
Did he studied?
C
Studied he?
D
Did he study?

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


(-) I ... him with his test.
A
didn't helped
B
didn't help
C
helped not
D
didn't helping

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Maak vragend (?):
She had a nightmare last night.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Maak ontkennend (-):
She had a nightmare last night.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Grammar
MY / MINE / OF MINE
page 91

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Grammar: my, mine, of mine, page 91

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Use the Past Simple
Let's practise
Do: Exc. 47/48/52/53, page 87/88
+ PractiseMore - Unit 2 - Lesson 2

GT -
Do: Exc. 16/17/18/22 page 60 + 61+ 64
+ PractiseMore - Unit 2 - Lesson 2


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Reflection

Slide 32 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Tuesday, November 26
B/K - Unit 2 Lesson 4
Study: Unit 2 Words 2.1/2.2/2.4, page 158/159
Do: Exc. 47/48/52/53, page 87/88
+ PractiseMore - Unit 2 - Lesson 2


GT - Unit 2 Words 2.1/2.2/2.4, page 140/141

Do: Exc. 47/48/52/53, page 87/8Do: Exc. 16/17/18/22 page 60 + 61+ 64
+ PractiseMore - Unit 2 - Lesson 2


Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Looking back:
Noem 2 dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions