Les 10: Beste voorbereiding voor je toets




Beste voorbereiding voor de toets ever
H3 Water
1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson




Beste voorbereiding voor de toets ever
H3 Water

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Plattegrond V2C

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deze les
  • Terugblik 3.5

  • Wat kun je verwachten op de toets?

  • Beoordeling PO

  • Blooket H3 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

3.5 - Wat heb je geleerd?
Welke soorten polders er in Laag-NL zijn en waar deze liggen:
Droogmakerijen (Zoetermeer, Beemster, Haarlemmermeer), IJsselmeerpolders (Flevoland), veenpolders (West-NL) en zeepolders (aan de kust van Zeeland, Friesland, Groningen)

 Dat er misverstanden bestaan over de veiligheid:
-NL loopt niet half onder bij een dijkdoorbraak door systeem van dijkringen
- Waterschappen controleren de veiligheid van keringen, dijken en kades.

Overstromingsrisico's van Laag-NL nemen toe door:
Klimaatverandering, zeespiegelstijging, kustafslag en kwel dat via grondwater omhoog komt.  

Hoe we de kust beschermen:
Zachte kustverdediging (zandsuppletie, vegetatie) en harde kustverdediging (dijken, dammen, keringen)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waterkringloop

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Afstromen
Neerslag
Infiltreren
Verdamping
Condenseren

Slide 6 - Drag question

nu kun je je kennis testen. 
Korte kringloop
Verdampen
  • Zon verwarmt het water
  • Water wordt waterdamp
  • Verdamping op land via planten




Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden waterdruppels
    (wolken)
  • Grijze, dikke wolken regenen uit
    boven zee
verdampen
  1. De zon schijnt op het zeewater, het water wordt warmer en gaat verdampen. 
  2. Dat betekent dat vloeibaar water verandert in waterdamp (gasvorm, niet zichtbaar).
  3. Ook op het land kan verdamping plaatsvinden. Planten en bomen zorgen ook dat vloeibaar water verandert in waterdamp.

condensatie en neerslag
  1. Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
  2. Als de wolken dik en grijs zijn regenen ze uit. Het water valt weer in de zee.

Slide 7 - Slide

1. Verdamping
  • De zon schijnt op het zeewater, het water wordt warmer en gaat verdampen. 
  • Dat betekent dat vloeibaar water verandert in waterdamp (gasvorm, niet zichtbaar).
  • Ook op het land kan verdamping plaatsvinden. Planten en bomen zorgen ook dat vloeibaar water verandert in waterdamp.
2. Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
  • Als de wolken vol met water zitten en dik en grijs zijn regenen ze uit. Het water valt weer in de zee.

Lange kringloop
Verdampen

Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden waterdruppels
  • In koude bergen valt water als sneeuw
    Hier kan het lang blijven liggen

Grondwaterstromingen
  • Regen of smeltwater zakt in de bodem.
  • Stroomt naar lager gelegen gebieden

Afstroming door rivieren
  • Regen of smeltwater komt in rivieren
  • Via rivieren stroomt het richting zee
afstroming door rivieren
Water dat bijvoorbeeld als regen gevallen is in de rivier terechtgekomen. Via de rivieren stroomt het weer richting zee.
Grondwaterstromingen
Water dat bijvoorbeeld als regen gevallen is zakt in de bodem. Daar ligt het niet stil op zijn plek, het stroomt naar lager gelegen gebieden. Ook richting zee.
condensatie en neerslag
Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
In de bergen is het koud. Het water valt als sneeuw in de bergen. Hier kan het lang blijven liggen.
verdampen
  1. De zon schijnt op het zeewater, het water wordt warmer en gaat verdampen. 
  2. Dat betekent dat vloeibaar water verandert in waterdamp (gasvorm, niet zichtbaar).
  3. Ook op het land kan verdamping plaatsvinden. Planten en bomen zorgen ook dat vloeibaar water verandert in waterdamp.

Slide 8 - Slide

1. Verdamping
2. Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
  • In de bergen is het koud. Het water valt als sneeuw in de bergen. Hier kan het lang blijven liggen.
3. Grondwaterstromingen
  • Regenwater of smeltwater zakt in de bodem.
  • Daar ligt het niet stil op zijn plek, het stroomt naar lager gelegen gebieden. Ook richting zee.
4. Afstroming door rivieren
  • Regenwater of smeltwater komt in de rivier terecht.
  • Via de rivieren stroomt het weer richting zee.
  • Als het water in zee is beland, wat soms miljoenen jaren kan duren, begint het proces opnieuw.
Overstromingen 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Toename overstromingen
Reden: klimaatverandering en opwarming van de aarde

Meer neerslag
Meer verdamping

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe zorgt ontbossing voor een verhoogd overstromingsrisico

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Overstromingsrisico's
Ontbossing
Water wordt niet meer opgenomen door bomen en grotere kans dat water de grond wegspoelt.

Tropische orkanen
Veroorzaakt extreme regenbuien en kans op vloedgolven.

Hoge piekafvoer rivieren
Aan de voet van gebergtes kan de rivier overstromen door hevige neerslag + smeltwater

Bodemdaling
Zoutwater trekt gebied binnen of komt omhoog (kwel) en dijken kunnen doorbreken.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Polders

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welk soort polder is dit?
A
Zeepolder
B
Veenpolder
C
Droogmakerij
D
Graspolder

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Polders in Laag-Nederland
Polder = een door dijken omgeven stuk land waarin de waterstand kunstmatig kan worden geregeld.

  • We moeten blijven pompen
  • Grondwaterstand zakt
  • Bodemdaling en inklinking veen

Slide 15 - Slide

Als we stoppen met pompen staat het land weer onder water!


Zeepolders
Wat?
  • Ingedijkte kwelders op zeeniveau (NAP)

Waar?
  • Vooral aan de kustlijn van Zeeland, Friesland en Groningen
Kwelder
Kwelder= stuk land zonder bedijking dat is ontstaan door afzetting van zand en slib waar vegetatie (planten) groeit.

Slide 16 - Slide

normaal amsterdams peil

Kustverdediging

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Harde kustverdediging
Zachte kustverdediging
Zandsuppletie
Zandsuppletie= zand uit zee op het strand spuiten
Voorbeelden
  • Dijken
  • Dammen
  • Pieren

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Harde kustverdediging
Zachte kustverdediging
Zandsuppletie
Aanleg dijken
Dynamisch kustbeheer
Deltawerken

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Waterbalans

Slide 20 - Slide

This item has no instructions


De waterbalans =
A
Hoeveel water een gebied binnenkomt.
B
De neerslag die overblijft na verdamping.
C
Hoeveel water een gebied binnenkomt en weer verlaat.
D
De balans tussen zoet en zout water in een gebied.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De waterbalans
Overzicht van hoeveel water een gebied binnenkomt en weer verlaat.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Water komt een gebied in
De neerslag kan infiltreren in de bodem.

Het water zakt de bodem in.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Water gaat uit een gebied
Natuurlijke oorzaken zijn:
- verdamping
- uitstoom van rivier

Watergebruik (menselijk):
- (verdamping door) landbouw
- toerisme
- huishoudens,
- industrie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waterbeheer - water vasthouden met stuwmeer
voordelen
- grotere voorraad zoet water
- goedkope energie
nadelen
- meer neemt ruimte in; mensen moeten verhuizen
- meer slibt dicht; meer vol met zand na lange tijd
- risico breken dam: grote overstroming

Slide 25 - Slide

Voordelen
  • Grotere voorraad zoet water
  • Goedkope (en duurzame) energie
Nadelen
  • Stuwmeer neemt ruimte in; mensen moeten verhuizen
  • Stuwmeer slibt dicht; na lange tijd stuwmeer vol zand
  • Risico breken dam: grote overstromen
  • Schadelijk voor ecosystemen
Vernieuwbaar water

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wel of niet duurzaam?
De Amsterdamse Waterleidingduinen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wel of niet duurzaam?
Water uit aquifers pompen in Libië 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Fossiel water=

Water wat diep in de grond zit en daar heel lang geleden is opgeslagen.

op=op 



Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Zeewater ontzilten

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Nuttige neerslag

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat is nuttige neerslag?
Neerslag die opgevangen wordt
Neerslag - verdamping
Waterimport - waterexport
Neerslag die nodig is om gewassen te laten groeien
Neerslag - condensatie

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Nuttige neerslag
= het regenwater dat overblijft na verdamping.
Wat dus gebruikt kan worden in het gebied.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Watertekort

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Fysiek watertekort
Economische watertekort

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Fysiek watertekort
Economisch watertekort
Er is letterlijk te weinig water in de omgeving.
Te weinig geld om het water bij de mensen te krijgen.
(Bijv. geen waterleiding)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Irrigatie

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Irrigatie= besproeien van gewassen met water bij tekort aan neerslag
Verzilting= zout blijft achter in de grond bij verdamping water

Slide 38 - Slide

Irrigatie= besproeien van gewassen met water bij tekort aan neerslag

Verzilting
Een gedeelte van het water wordt opgenomen door de gewassen, maar het andere gedeelte verdampt.

Het zout in het water blijft achter in de grond.
Geulirrigatie
Druppelirrigatie

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions