2CD3: 11 september 2024

2CD3: 11 september 2024
  • Wat:  Hoe maak ik een samenvatting?
  • Wanneer: 09:20-10:10 + 11:20-12:10
  • Hoe: Gezamelijk/Zelfstandig 1e opdracht maken
  • Klaar: 2e opdracht maken
  • HW: Par. 1.3 leren
  • Lesdoel: Ik weet hoe ik samenvatting moet maken
  • Taaldoel: Ik weet wat een samenvatting is
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2CD3: 11 september 2024
  • Wat:  Hoe maak ik een samenvatting?
  • Wanneer: 09:20-10:10 + 11:20-12:10
  • Hoe: Gezamelijk/Zelfstandig 1e opdracht maken
  • Klaar: 2e opdracht maken
  • HW: Par. 1.3 leren
  • Lesdoel: Ik weet hoe ik samenvatting moet maken
  • Taaldoel: Ik weet wat een samenvatting is

Slide 1 - Slide

Wat is een samenvatting?
Een samenvatting is een verkorte versie van een origineel, bijvoorbeeld een tekst, een film of een gebeurtenis. 

Slide 2 - Slide

Waarom een samenvatting maken?
Een samenvatting maak je bijvoorbeeld:
  1. Voor het leren van een toets.
  2. Omdat je de leerstof later nog nodig hebt.
  3. De hoeveelheid tekst en informatie veel is. Het is nodig hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Hierdoor ontdek je wat belangrijk is om te leren.

Voordeel samenvatting: 
Het voordeel van het maken van een samenvatting is dat je ondertussen leert. 
Je begrijpt de tekst / de lesstof beter en je onthoudt je kennis langer.


Slide 3 - Slide

Je kunt een tekst op 3 manieren lezen: 
Je gebruikt in elk geval manier 1 en 3 bij het maken van je samenvatting.

Slide 4 - Slide

   
    1. Lees de titel en de tussenkopjes

     2. Lees de tekst  globaal                        

    3. Lees de tekst grondig en maak tegelijkertijd de samenvatting
                                                        
                                                         



 


 Werkwijze samenvatting maken:

Slide 5 - Slide

Een samenvatting maken
* Lees de titel 
*Lees de tussenkopjes
Lees de titel: Waar gaat het over?
Bedenk: Wat weet ik nu al van de tekst of alinea?

Lees de tussenkopjes: Waar gaat ze over?  
   Bedenk: Wat weet ik nu al van dit stukje tekst?
  
            

Slide 6 - Slide

Een samenvatting maken
Lees de tekst globaal
Globaal lezen: Lees de tekst snel,  je probeert snel te begrijpen wat de hoofdlijnen in de tekst zijn! 

Er zijn een aantal redenen waarom je dit doet, bijvoorbeeld:
  1. Je weet waar het ongeveer over gaat
  2. Je weet al welke delen van de tekst 'lastig' zijn (moeilijke woorden)
  3. Je hebt al structuren in de tekst ontdekt (opsommingen, oorzaak-gevolg, redenen)

Slide 7 - Slide

Een samenvatting maken
Lees de tekst grondig en maak de samenvatting



Je leest de tekst zin voor zin. 


Na elke alinea stop je even, denk na: Waarover ging deze alinea? 


Je gaat de belangrijke informatie op de juiste manier noteren



Tip bij lezen: Lees heel iets sneller dan normaal (je wordt minder afgeleid)

Slide 8 - Slide

 Tips bij het lezen van de tekst
De belangrijkste (kern) woorden/zinnen van een alinea 
                                         staan vaak in de 1e of laatst zin van de alinea.
Moeilijke woorden:

  1. Soms weet je niet precies wat een woord betekent maar snap je wel 
        wat er bedoeld wordt. 
   2. Soms moet je de betekenis opzoeken om het te snappen of 
        om  antwoord te kunnen geven op een vraag.

Slide 9 - Slide

Kleine oefentekst
 WK sneeuwbalgooien

Nederlanders 
Een team uit Nederland mag meedoen aan het WK sneeuwbalgooien. Het WK wordt gehouden in Duitsland. Ook een team uit België doet mee. De andere teams komen allemaal uit Duitsland. 

20 teams uitgekozen 
Er waren 150 teams die mee wilden doen. De organisatie heeft 20 teams uitgekozen. Er werd vooral gelet op de leuke kleding van de teams en op bijzondere namen. Ook was het belangrijk hoe de teams de wedstrijd willen gaan spelen. De teams hebben daarvoor eigen wedstrijdregels kunnen indienen. Het WK is in maart. Er komen waarschijnlijk wel 4000 mensen kijken! 

Nog een bijzonder kampioenschap 
In Duitsland zijn nog meer bijzondere kampioenschappen. Bijvoorbeeld het Wok WK. Daarbij moet je in een wokpan gaan zitten 
en zo snel mogelijk van een bobsleebaan afglijden!  

Slide 10 - Slide

1e opdracht
Maak een samenvatting van de tekst!
Kijk naar:
- De titel
- Tussenkopjes
- Lees de tekst globaal en grondig
- Wat valt op in de tekst en probeer antwoord te geven op de vragen wie/wat, welke, wanneer waar. 

Slide 11 - Slide

Samenvatting: WK sneeuwballengooien
                                                                               WK Sneeuwbalgooien


Duitsland
Deelnemers:
* Duitsers
* Belgen (1 team)
* Nederlands (1 team)



20 teams
150 --> 20 teams

1. Kleding
2. Naam
3. Wedstrijdregels

Maart
ong 4000 toeschouwers
Bijzonder kampioenschap

Duitsland
WokWK: In wokpan van bobsleebaan 

Slide 12 - Slide

Begin met de vraag:
Wie/wat,  waarom. 




2e opdracht: Maak een samenvatting

Slide 13 - Slide

Leven van het land
Wie                     Germaanse stammen
                              plunderen  Romeinse Rijk

Wat
Waarom                                       Oorlogen
                             Onveilig 
                                                           Rovers
                                               Wat

                                 1. Handel stopt
                                            2. Wegen slecht onderhouden              Handel/Inkomsten minder

                                                                              voedsel               Steeds meer mensen naar het platteland                
                                                                          veiligheid
        
                       
Na het maken van de samenvatting kun je de inhoud als een verhaaltje vertellen!

Slide 14 - Slide

Hoe komt het dat het maken van een samenvatting helpt om een tekst te leren?

Slide 15 - Open question

Wat vind jij nog lastig bij het maken
van een samenvatting?
Hoe ga je het aanpakken om dat te veranderen?

Slide 16 - Open question

Samenvatting van de les
Werkwijze:
1. Bekijk de titel en de tussenkopjes.
2. Globaal lezen: Je weet waar de tekst over gaat.
3. Grondig lezen:
    Schrijf (alleen!) de belangrijkste woorden op. Schrijf evt. nog extra nuttige woorden op.

Slide 17 - Slide

Geschiedenisboek 1MH

Slide 18 - Slide

Werken voor een heer
Kun je de inhoud als een verhaaltje vertellen?

Slide 19 - Slide

Hoe is het gegaan? 
 Je bekijkt / beoordeelt je eigen samenvatting. 

    a) Is de titel en zijn de tussenkopjes genoteerd?
    b) Zijn de begrippen omschreven in eigen woorden?
    c) Staan de hoofdzaken er in?  
    d) Zijn de redenen genoemd op de juiste manier (1. 2. 3.)?  
    e) Is er een Oorzaak Gevolg genoteerd op de juiste manier?   (--->) 
    f) Is er een opsomming genoteerd op de juiste manier?   (* * *)
    g) Is de inhoud juist en compleet?
    h) Welk compliment geef je je zelf, wat vind je vooral goed aan jouw samenvatting?
    i)  Wat doe je de volgende keer anders waardoor je nog beter gaat samenvatten?
    j)  Als er een tegenstelling in de tekst te vinden is, is deze dan genoteerd op de juiste manier ?   (<--->) 
     

Slide 20 - Slide

18. Wat schrijf je in een samenvatting.
A
hoofdzaken en bijzaken
B
bijzaken
C
hoofdzaken
D
oorzaken

Slide 21 - Quiz

Leesstrategie:
'Samenvatten'
Wanneer?
A
Voor het lezen
B
Tijdens het lezen
C
Nooit
D
Na het lezen

Slide 22 - Quiz

Een samenvatting van een tekst bestaat uit
A
De voorkeursplaatsen van een tekst
B
De titel en tussenkopjes van een tekst
C
De kernzinnen van een tekst
D
De laatste alinea van een tekst

Slide 23 - Quiz

In een samenvatting sla je alle kernzinnen over.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

korte samenvatting van het boek
A
ik vertel alles
B
ik vertel een beetje
C
ik vertel over personages en gebeurtenissen
D
a, b en c

Slide 25 - Quiz

Een samenvatting maken kan ook op een andere manier.
Wanneer / Bij welk vak zou jij deze manier kunnen gebruiken?
Werkwijze:
1. Bekijk de titel en de tussenkopjes.
2. Globaal lezen: Je weet waar de tekst over gaat.
3. Grondig lezen:
    Schrijf (alleen!) de belangrijkste woorden op. Schrijf evt. nog extra nuttige woorden op.

Maak nu van die woorden een KORT goed lopend verhaal(tje).
In je verhaal staan de hoofdzaken. 
Begrippen, redenen, oorzaak gevolg, opsommingen .........alles heeft  een logische plek 
in het verhaal.

Slide 26 - Slide