Groep 4 - taal in beeld - blok 5, les 11, hoofdletters en punt

1 / 13
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel
Je leert wanneer je een hoofdletter gebruikt.
Je leert waar je een punt moet zetten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Aan het begin van een zin staat altijd een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Een hoofdletter zie je ook bij namen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Een hoofdletter zie je ook bij namen van straten, landen, steden en werelddelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Aan het eind van een zin staat een komma(,).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Bij welke zin staan de hoofdletters en punten goed?
A
ik loop door de straat,
B
ik loop door de straat.
C
Ik loop door de straat.

Slide 8 - Quiz

Bij welke zin staan de hoofdletters en punten goed?
A
Kim en Jan zijn beste vrienden.
B
Kim en jan zijn beste vrienden,
C
kim en jan zijn beste vrienden
D
kim en jan zijn beste vrienden.

Slide 9 - Quiz

Bij welke zin staan de hoofdletters en punten goed?
A
wij wonen in hengelo.
B
Wij wonen in Hengelo.
C
Wij wonen in hengelo,
D
Wij wonen in Hengelo,

Slide 10 - Quiz

Bij welke zin staan de hoofdletters en punten goed?
A
Wij gaan op vakantie naar spanje,
B
Wij gaan op vakantie naar spanje.
C
Wij gaan op vakantie naar Spanje,
D
Wij gaan op vakantie naar Spanje.

Slide 11 - Quiz

Gebruik in de volgende zin hoofdletters en een punt:
meester kevin geeft les

Slide 12 - Open question

Schrijf de mop over in je taalschrift. Maar zet de hoofdletters en punten op de goede plaats.

Slide 13 - Slide