3.0 +3.1 Voorkennis + F en Z hoeken

Hoofdstuk 3:


Invoegen plattegrond op niveau
Nieuwe periode, 
nieuwe HW controle regels.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3:


Invoegen plattegrond op niveau
Nieuwe periode, 
nieuwe HW controle regels.

Slide 1 - Slide

Periode 2
H3:
Toets voor punt, volgende week.

H4 + H6 in trap 2.

Slide 2 - Slide

De komende week:
  • les 1: vk in de les, maken 3.1 opdrachten:  
Plus 2 huiswerk opgaven ter plekke (opnieuw) maken. Dit is de helft van het punt van hoofdstuk 3.

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 3
3.0 Voorkennis
Je kan rekenen met gestrekte hoeken, vollehoeken en overstaande hoeken.
Je kan nagaan of twee figuren gelijkvormig zijn.
3.1 F- en Z-hoeken
Je kan hoeken berekenen met F- en Z- hoeken.
Je weet wanneer je F- en Z- hoeken kan gebruiken.

Slide 4 - Slide

Wat voor soort driehoek is
driehoek LMN?
A
gelijkzijdige driehoek
B
gelijkbenige driehoek
C
ruit
D
rechthoekige driehoek

Slide 5 - Quiz

Selecteer een eigenschap van een gelijkbenige driehoek.
A
De basishoeken zijn even groot.
B
Alle zijden zijn even lang.
C
Hij heeft twee tophoeken.
D
Twee zijden zijn even lang.

Slide 6 - Quiz

Bereken de lengte van de onbekende zijde.
A
De lengte is 8 cm.
B
De lengte is ongeveer 13,9 cm.
C
De lengte is ongeveer 11,5 cm.
D
De lengte is 12 cm.

Slide 7 - Quiz

Wat is de overstaande hoek van hoek R3
A
R1
B
R2
C
R4
D
R5

Slide 8 - Quiz

Hoeveel graden is hoek R4?

Slide 9 - Open question

3.0 Voorkennis

Slide 10 - Slide

3.0 Voorkennis
Gelijkvormig: Vergroting of verkleining. Hoeken blijven even groot. De zijdes zijn in een bepaalde verhouding groter of kleiner geworden.

Slide 11 - Slide

Zijn de rechthoeken hiernaast gelijkvormig?
A
Ja, elke rechthoek is gelijkvormig aan een andere rechthoek.
B
Nee, want de factor van de vergroting is bij de zijden niet gelijk.
C
Ja, want de factor van de vergroting is bij de zijden gelijk.
D
Ja, want de hoeken zijn recht.

Slide 12 - Quiz

Volgens de tekens zijn lijn t en u ten opzichte van elkaar?
A
Loodrecht
B
Even lang
C
Evenwijdig
D
Verschillend

Slide 13 - Quiz

3.1 F- en Z-hoeken

Slide 14 - Slide

Welke hoek is gelijk en heeft een z-hoek met hoek B1?

Slide 15 - Open question

Welke hoek is gelijk en heeft een F-hoek met hoek B1?

Slide 16 - Open question

Hoofdstuk 3
3.0 Voorkennis
Je rekent met gestrekte hoeken, volle hoeken en overstaande hoeken.
Je gaat na of twee figuren gelijkvormig zijn.
3.1 F- en Z-hoeken
Je berekent hoeken met F- en Z- figuren.
Je gebruikt F- en Z- figuren zinvol.

Slide 17 - Slide

Aantekening 3.0 Voorkennis + 3.1 F- en Z-Hoeken
(Overstaande hoeken) zijn even groot.
(Gestrekte hoek) alle hoeken die samen een gestrekte hoek vormen zijn samen 180 graden.
(Volle hoek) alle hoeken die samen een volle hoek vormen zijn samen 360 graden.
(F-Hoeken) en (Z-hoeken) zijn er bij evenwijdige lijnen. F- en Z-hoeken zijn even groot.
De regels tussen haakjes altijd benoemen na een berekening.




Opgave V3, V4, V5, 2, 3, 4, 6 en 7.

Slide 18 - Slide

Hoofdstuk 3
3.0 Voorkennis
Je rekent met gestrekte hoeken, volle hoeken en overstaande hoeken.
Je gaat na of twee figuren gelijkvormig zijn.
3.1 F- en Z-hoeken
Je berekent hoeken met F- en Z- figuren.
Je gebruikt F- en Z- figuren zinvol.

Slide 19 - Slide

Leerdoel behaald deze les?


A
+
B
+/-
C
-

Slide 20 - Quiz