2.4 De celkern

H1 Organen en cellen
1.4 Chromosomen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1 Organen en cellen
1.4 Chromosomen

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les...
- Kun je uitleggen wat chromosomen zijn en waar je deze kunt vinden;

Slide 2 - Slide

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 3 - Slide

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 4 - Slide

De celkern
Bevat chromosomen, die regelen alles in de cel.
Chromosomen
Lange dunne draden in de celkern dat voor een groot deel bestaat uit DNA.

Slide 5 - Slide

De celkern
Bevat chromosomen, die regelen alles in de cel.
Chromosomen
Lange dunne draden in de celkern dat voor een groot deel bestaat uit DNA.

Slide 6 - Slide

DNA
Hierin zitten al je erfelijke eigenschappen.
Oogkleur
Haarkleur
Vorm oren
Geslacht
Haar type
(krul, stijl etc) 
En nog veel meer....
Erfelijke eigenschappen
Eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen.
Of je lactose kunt verteren

Slide 7 - Slide

Vier letters, duizenden eigenschappen...
Je DNA bestaat uit A, T, G en C, deze komen alleen in paren voor (A+T of C+G) > Basenparen. Elk stukje DNA heeft een bepaalde
eigenschap (een gen), zoals je oogkleur.
>Een mens heeft 3.200.000.000 basenparen

Slide 8 - Slide

Maar hoe kunnen 4 letters dat allemaal doen?
- Een kluis met vier cijfers kan, als je elk cijfer één keer gebruikt, 5040 verschillende combinaties geven.

- Heb je 6 cijfers? Dan heb je er al 151,200!

Met vier basenparen, kun je 256 combinaties maken.
Heb je acht basenparen, dan kun je al 65.536 
verschillende combinaties maken!

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
Werk aan de opdrachten van 1.4 op bladzijde 

Succes!

Slide 10 - Slide