This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
herhaling
Hoe zit het ook al weer met hoeken?
Slide 1 - Slide
Hoek meten
Slide 2 - Slide
hoekensom driehoek
alle hoeken in een driehoek bij elkaar opgeteld zijn 180°.
∠A+∠B+∠C=180°
70°+59°+51°=180°
Slide 3 - Slide
Alle hoeken samen van een driehoek zijn:
A
90 graden
B
180 graden
C
360 graden
D
45 graden
Slide 4 - Quiz
In een driehoek is een hoek 40 graden en een andere hoek is 65 graden. Hoe groot is de derde hoek?
A
95 graden
B
55 graden
C
75 graden
D
85 graden
Slide 5 - Quiz
In een driehoek is : Hoek A 90 graden Hoek B 60 graden Hoe groot is hoek C?
A
0
B
30
C
60
D
90
Slide 6 - Quiz
Driehoek ABC is rechthoekig. hoek C is de rechte hoek, hoek A = 38 graden, bereken hoek B
A
52
B
71
C
Dit kan je niet berekenen
Slide 7 - Quiz
Waar
Niet waar
Als ik 2 hoeken weet van een driehoek, kan ik de derde hoek berekenen
De som van de hoeken van een driehoek is 180 graden
De hoeken van een driehoek samen zijn 360 graden
een driehoek heeft altijd 2 gelijke hoeken
Slide 8 - Drag question
gelijkbenige driehoek
bij een gelijkbenige driehoek zijn
2 zijdes even lang, en de basishoeken
zijn even groot.
Slide 9 - Slide
gelijkbenige driehoek (voorbeeld)
a) hoe groot is ?
DUS (lijnsymmetrie)
b) hoe groot is ?
we weten:
dus: (hoekensom)
∠B
∠A=∠B
∠B=70°
∠C
∠A=70°,∠B=70°
∠C=180°−70°−70°=40°
Slide 10 - Slide
8.5 Hoeken berekenen
Slide 11 - Slide
hoeken berekenen
Om hoeken te berekenen kunnen we verschillende dingen gebruiken die we al een keer hebben geleerd. Je schijft altijd tussen haakje op welke regel je gebruikt. Hierna worden verschillende regels uitgelegd.
Afspraken bij het berekenen van hoeken:
maak altijd een schets (als er geen plaatje is bij de opgaven)
zet erbij welke regel je gebruikt
Slide 12 - Slide
hoeken berekenen
Door het maken vaneen schets, kan je beter begrijpen wat
er wordt gevraagd, maak dus altijd een schets
Let op! Een schets hoeft niet netjes te
zijn. Het is geen officiële tekening.
MAAR zet er wel met tekentjes in
welke lijnen even lang zijn.
Slide 13 - Slide
8.5 Hoeken berekenen
Slide 14 - Slide
8.5 Hoeken berekenen
Slide 15 - Slide
Maak de volgende opgaven:
§8.5A (blz. 126 en verder): opgaven 74,75,76,77,78
Heb je een vraag:
Ik beantwoord nog even geen vragen:
lees de theorie nog eens goed door
kijk in de uitwerkingen naar de volgende stap
sla de opgave even over en ga door met de volgende opgave
over een paar minuten doe ik een opgave voor
Slide 16 - Slide
8.5 Hoeken berekenen
Slide 17 - Slide
gestrekte hoek
Een gestrekte hoek is 180 graden.
Dit kunnen we gebruiken om hoeken te
berekenen.
voorbeeld:
(gestrekte hoek)
∠D1=180−36=144°
Slide 18 - Slide
Gestrekte hoek
Slide 19 - Slide
Gestrekte hoek
(gestrekte hoek)
∠C2=180−56=124°
Slide 20 - Slide
hoeveel is het totaal van de hoeken samen bij een gestrekte hoek
A
100 graden
B
180 graden
C
160 graden
D
360 graden
Slide 21 - Quiz
Welke hoeken zijn samen 180 graden?
A
∠A1+∠A2
B
∠A1+∠A3
C
∠A2+∠A4
D
∠A2+∠A3
Slide 22 - Quiz
8.5 Hoeken berekenen
Slide 23 - Slide
8.5 Hoeken berekenen
Slide 24 - Slide
8.5 Hoeken berekenen
Slide 25 - Slide
Maak de volgende opgaven:
§8.5B (blz. 127 en verder): opgaven 79,80,81,82,83,84,85
Heb je een vraag:
Ik beantwoord nog even geen vragen:
lees de theorie nog eens goed door
kijk in de uitwerkingen naar de volgende stap
sla de opgave even over en ga door met de volgende opgave