1 een klerenkast = een man die er heel groot en sterk uitzag; een bodybuilder
2 asfalt = wegen
3 mijn oude fiets (smeekt) = heeft … hard nodig
4 wolk van een baby = een zeer gezond uitziende en weldoorvoede baby
5 strooide = gaf met grote regelmaat
6 fles = drank; alcohol
7 als haringen in een ton = zeer dicht (tegen elkaar staand)
8 brandstof = middelen om … goed te laten werken
9 de fiscus = de belastingdienst
10 net een poppenkast = een hoop flauwekul; een plek waar mensen zich anders voordoen dan ze in werkelijkheid zijn (omdat dat in politiek opzicht beter uitkomt)
11 het riet (fluisterde) = ruiste; produceerde een zacht geluid dat op een stem leek
12 afgebrand = zeer negatief beoordeeld