Rapporteren

KD Doorstroom        rapporteren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
KD doorstroom niv 3MBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

KD Doorstroom        rapporteren

Slide 1 - Slide

Vorige week
- In de les: ons referentiekader
- Opdracht: zelf een observatieformulier maken

In de zorg wordt veel gerapporteerd. Ook aan de hand van observatieformulieren. Belangrijke informatie moet vastgelegd worden.

Dus hoe zorg je er nou voor dat belangrijke informatie op de juiste manier opgeschreven wordt...

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les:
- Weet je wat rapporteren is
- Weet je waar je op moet letten wanneer je een rapportage schrijft
- Heb je geoefend met rapporteren

Slide 3 - Slide

Wat zet je in de rapportage?

Slide 4 - Mind map

Rapportage
23-3-2021, 10:56, Petra:

Mevrouw B. maakte vandaag bij binnenkomst een zenuwachtige indruk; ze beet op haar nagel en had een gespannen gezichtsuitdrukking. 
Toen mevrouw gevraagd werd of er iets aan de hand was, gaf ze aan zeer gespannen te zijn voor de operatie van volgende week. 
Met mevrouw afgesproken dat we eens per dag aan mevrouw vragen hoe het gaat en zij even over haar gevoel kan praten.

Slide 5 - Slide

Waarom is deze rapportage belangrijk?

Slide 6 - Mind map

Belangrijk want...
- Betere samenwerking!
- Voorkomen van fouten!
-  Inzicht geven!
-  Rechten van de zorgvrager!

Slide 7 - Slide

Waar let je op als je gaat rapporteren?

Slide 8 - Open question

Wel doen!

- Respectvol schrijven
- Objectief schrijven
- Mw. zegt... mw. geeft aan...
- Gebruik hele zinnen
- To the point
- Alle belangrijke informatie

Niet doen!

- Respectloos schrijven
- Subjectief schrijven
- ik vind... ik dacht... ik wil...
- Afkortingen en vaktaal
- Lange verhalen
- Onbelangrijke informatie


Slide 9 - Slide

Voorkom interpretatie!
Interpretatie = jouw persoonlijke invulling aan dat wat je ziet of hoort.

*Ik zie een vrouw die op haar nagel bijt.
*Ik zie een vrouw die verdrietig is.

Slide 10 - Slide

SOAP
S = subjectieve gegevens                (bijvoorbeeld wat de zorgvrager zegt)

O = objectieve gegevens                   (Wat er echt waar te nemen is)

A = analyse                                              (Conclusie van de gegevens)

P = plan                                                     (Plan dat gaat worden uitgevoerd)

Slide 11 - Slide

SOAP
Subjectief: mevrouw zegt dat ze gespannen is voor de operatie

Objectief: mevrouw bijt op haar nagel en kijkt zorgelijk

Analyse: mevrouw heeft last van spanning voor de operatie van volgende week.

Plan: iedere dag even aan mevrouw vragen hoe het met haar gaat en haar laten praten over haar gevoelens.

Slide 12 - Slide

Verbeter:
Ik vond dat meneer super raar deed.

Slide 13 - Open question

Verbeter:
Ik denk dat mevrouw depressief is want ze heeft dat tegen me gezegd.

Slide 14 - Open question

Verbeter:
Meneer heeft pijn.

Slide 15 - Open question

Opdracht 24-3-2021
Blz. 43 opdracht 5

Schrijf 3 casussen en schrijf daar een foute en een goede rapportage bij. Zie voorbeeld.

Slide 16 - Slide