Rapporteren

        rapporteren
1 / 12
next
Slide 1: Slide
KD doorstroom niv 3MBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

        rapporteren

Slide 1 - Slide

Wat zet je in de rapportage?

Slide 2 - Mind map

Rapportage
23-3-2021, 10:56, Petra:
Mevrouw B. maakte vandaag bij binnenkomst een zenuwachtige indruk; ze beet op haar nagel en had een gespannen gezichtsuitdrukking. 
Toen mevrouw gevraagd werd of er iets aan de hand was, gaf ze aan zeer gespannen te zijn voor de operatie van volgende week. 
Met mevrouw afgesproken dat we eens per dag aan mevrouw vragen hoe het gaat en zij even over haar gevoel kan praten.

Slide 3 - Slide

Waarom is een rapportage belangrijk?

Slide 4 - Mind map

Belangrijk want...
- Betere samenwerking!
- Voorkomen van fouten!
-  Inzicht geven!
-  Rechten van de zorgvrager!

Slide 5 - Slide

Wel doen!

- Respectvol schrijven
- Objectief schrijven
- Mw. zegt... mw. geeft aan...
- Gebruik hele zinnen
- To the point
- Alle belangrijke informatie

Niet doen!

- Respectloos schrijven
- Subjectief schrijven
- ik vind... ik dacht... ik wil...
- Afkortingen en vaktaal
- Lange verhalen
- Onbelangrijke informatie


Slide 6 - Slide

Voorkom interpretatie!
Interpretatie = jouw persoonlijke invulling aan dat wat je ziet of hoort.
*Ik zie een vrouw die op haar nagel bijt.
*Ik zie een vrouw die verdrietig is.

Slide 7 - Slide

SOAP
S = subjectieve gegevens                (bijvoorbeeld wat de zorgvrager zegt)

O = objectieve gegevens                   (Wat er echt waar te nemen is)

A = analyse                                              (Conclusie van de gegevens)

P = plan                                                     (Plan dat gaat worden uitgevoerd)

Slide 8 - Slide

SOAP
Subjectief: mevrouw zegt dat ze gespannen is voor de operatie

Objectief: mevrouw bijt op haar nagel en kijkt zorgelijk

Analyse: mevrouw heeft last van spanning voor de operatie van volgende week.

Plan: iedere dag even aan mevrouw vragen hoe het met haar gaat en haar laten praten over haar gevoelens.

Slide 9 - Slide

Verbeter:
Ik vond dat meneer super raar deed.

Slide 10 - Open question

Verbeter:
Ik denk dat mevrouw depressief is want ze heeft dat tegen me gezegd.

Slide 11 - Open question

Verbeter:
Meneer heeft pijn.

Slide 12 - Open question