YV5-TH4-BS6a

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare school

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

BS5: Genetische variatie
Je kunt verschillende typen mutaties beschrijven
Je kunt de uitwerkingen van mutaties beschrijven

Slide 2 - Slide

puntmutatie

Een verandering in 1 nucleotidepaar ->
Verkeerde base-substitutie
extra base-insertie
base overgeslagen-deletie

Slide 3 - Slide

Genoommutaties
Aantal chromosomen in een cel is veranderd.
Dit kan doordat bij mitose of meiose een chromosomenpaar bij elkaar blijft.

Slide 4 - Slide

genoommutatie
Voorbeeld: Syndroom van Down.
Hierdoor een kenmerkend uiterlijk en vaak een achterstand in geestelijke ontwikkeling.

Slide 5 - Slide

Effecten van mutaties
  • Neutraal
  • Negatief
  • Positief

Slide 6 - Slide

Effecten van mutaties
Geen gevolgen als:
  • gen niet actief
  • werking eiwit veranderd niet door mutatie
  • mutatie op  recessief allel
  • in niet coderend gebied

Slide 7 - Slide

Effecten mutaties

Soms positief effect ->vergroting van levenskans.
Evolutie komt door positieve mutaties.

Slide 8 - Slide

Effecten mutaties (negatief)

Geslachtscel, bevruchte eicel of cel van embryo-> groot effect.

In tumorsupressorgen of in 
proto-oncogen (oncogen)

Slide 9 - Slide

Tumorsupressorgen
Dit gen maakt enzymen die mutaties oplossen vóórdat de cel zich daadwerkelijk deelt.

Als er teveel foutjes zijn gemaakt/als deze niet meer kunnen worden hersteld zorgen de enzymen ervoor dat de cel overgaat tot celdood..

Slide 10 - Slide

DNA-repairsysteem

Slide 11 - Slide

celdeling
Cellen delen zich met redelijk vaste tussenpozen.
Het ene type cel deelt sneller dan het andere type cel.
Soms kunnen cellen zich ongeremd gaan delen. Dit kan als er een mutatie is geweest in het tumorsupressorgen en in een proto-oncogen.
Dit gen heeft invloed op de celdeling. 
Door mutatie veranderd het in een oncogen -> ongeremde groei en deling.

Slide 12 - Slide

kanker
De eerste tumor kan operatief worden verwijderd.
Uitzaaiingen (metastase) zijn lastiger te verwijderen, omdat ze vaak kleiner zijn.
Bestraling->tumorcellen dood (snel delende cellen dood)
Chemotherapie -> celdeling vertragen.

Slide 13 - Slide

Lees blz:111 t/m 115 en maak opgave 42 en 43

Slide 14 - Slide