9.4-3 Stoffentransport CO2 5V 2223

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.4: Stoffentransport (CO2)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.4: Stoffentransport (CO2)

Slide 1 - Slide

Doel 9.4
Je leert hoe het het bloed koolstofdioxide vervoert
Je leert de verzadigingskrommen toepassen



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

CO2 transport BINAS 83E
1

Slide 5 - Slide

CO2 afgifte (weefsel) BINAS 83E
Stap 1 
De CO2 die in de weefsels wordt geproduceert diffundeert naar het bloed. 
5% daarvan lost op in het bloedplasma, 95% diffundeert de rode bloedcellen in
1

Slide 6 - Slide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 2 
1/3 bindt aan Hb tot HbCO2 (kost een H+).
De eventueel gebonden zuurstof laat los en diffundeert de rode bloedcel uit.
2

Slide 7 - Slide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 3 
2/3 reageert met H2O met behulp van het enzym koolzuurhydrase tot H2CO3.
3

Slide 8 - Slide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 4
H2CO3 lost op in water en splitst naar H+ en HCO3-.
HCO3- diffundeert de rode bloedcel uit.
Cl- diffundeert de rode bloedcel in om het spanningsverschil op te heffen.
4

Slide 9 - Slide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 5
H+ bindt aan hemoglobine tot HbH.
De eventueel gebonden zuurstof laat los en diffundeert de rode bloedcel uit.

5

Slide 10 - Slide

CO2 afgifte (longen)
Beschrijf de stappen die in de longen plaatsvinden. 'Lees' de tekening in BINAS tabel 83E.

Slide 11 - Slide

CO2 afgifte (longen)
1. O2, Cl- en HCO3- diffunderen de rode bloedcel in.
2. O2 bindt aan Hb, H+ en CO2 komen vrij.
3. H+ en HCO3- vormen H2CO3
4. H2CO3 valt uiteen in H2O en CO2
5. CO2 diffundeert de cel uit, het bloedplasma in en richting het longblaasje.

Slide 12 - Slide

Zuurgraad bloed
De zuurgraad van de omgeving heeft invloed op de werking van enzymen en andere eiwitten. Daarom is het belangrijk dat de zuurgraad van bloed zo constant mogelijk blijft (pH 7,36-7,4).


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

CO2 afgifte (weefsel) BINAS 83E
Stap 1 
De CO2 die in de weefsels wordt geproduceert diffundeert naar het bloed. Daarna in de rode bloedcellen.
1

Slide 15 - Slide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 2 
Deel van het CO2 bindt aan hemoglobine (Hb).

2

Slide 16 - Slide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 3 
Deel van het CO2 reagaeert met H2O met behulp van een enzym tot HCO3- (waterstofcarbonaat) en H+.
HCO3- diffundeert de rode bloedcel uit en wordt verder via het plasma vervoerd.
3

Slide 17 - Slide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 4
H+ bindt aan hemoglobine tot HbH.
Dit voorkomt dat het bloed te zuur wordt.

De eventueel gebonden zuurstof laat los en diffundeert de rode bloedcel uit.



4

Slide 18 - Slide

CO2 afgifte (longen)
1. HCO3- diffundeert de rode bloedcel in.
2. H+ en CO2 komen vrij.
3. H+ en HCO3- vormen uiteen in H2O en CO2
5. CO2 diffundeert de cel uit, het bloedplasma in en richting het longblaasje.

Slide 19 - Slide

Zet in de juiste volgorde
I bloed vervoert HCO3- naar de longen
II diffusie CO2 uit de weefsels naar de rode bloedcellen
III enzym in rode bloedcellen zet CO2 om in H+ en HCO3-
IV hemoglobine bindt H+ en HCO3- lost op in het bloedplasma

Slide 20 - Slide

Hoge zuurgraad
Lage pH
Veel H+ ionen
Lage zuurgraad
Hoge pH
Weinig H+ ionen

Slide 21 - Slide

Zuurgraad bloed
CO2 komt vrij in je lichaam door dissimilatie en verzuurt het bloed.
Dissimilatie is verbranding (mbv zuurstof/ O2) van energierijke stoffen (zoals glucose). Hierbij komt energie vrij en CO2 (en water).
CO2 + H2O -> H2CO3 -> H+ en HCO3-

Slide 22 - Slide

Zuurgraad bloed
Veel van de CO2 en H+ ionen worden afgevangen door hemoglobine maar ook ander eiwitten fungeren als buffers.
Deze stoffen heten bufferende stoffen/ pH buffer.

Slide 23 - Slide

Doel 9.4
Je hebt geleerd hoe het het bloed koolstofdioxide vervoert
Je hebt de verzadigingskrommen geleerd toe te passen



Slide 24 - Slide

Begrippen 9.4
koolstofdioxidestransport, HCO3-, bufferende stoffen, pH-buffer


Slide 25 - Slide

Huiswerk
In de online methode.
9.4 Leerweg B.



Slide 26 - Slide