2.4.3 herhaling aangeboden woordsoorten en leestekens

• Taal / spelling
• Basisschool
• Groep 5,6

2.4.3 herhaling aangeboden woordsoorten

Wat moet met een hoofdletter?

Typ het juiste woord/woorden inclusief hoofdletter

deze aardbeien komen uit nederland.

maar de bramen komen uit duitsland.

komt er ook vers fruit uit amerika?

poes minoes is zoek.

wij wonen aan de morgenster 2.

Zelfstandig naamwoord of werkwoord?

Is het woord in hoofdletters een zelfstandig naamwoord of werkwoord?

Ik PRIK me aan een stekel.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord

Mama geeft een glaasje PRIK als troost.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord

Ik PAK het glas.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord

Joris komt binnen met een PAK.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord

Er zit een BAL in het pak.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord

Joris en ik VOETBALLEN in het park.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord

Wat is het hele werkwoord?

Vul het hele werkwoord in.

Denk aan de wij-vorm.

Hij rekent

Julian tekent

Boris speelt

Yuri rent

Jari leert

Liza praat

Hulpwerkwoord of voltooid deelwoord?

Ik HEB laatst iets leuks gezien.

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord

Waar had ik dat nou GEZIEN?

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord

Mama heeft alles WEGGEGOOID.

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord

Ik had nog zo GEZEGD dat ze dat moest vragen.

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord

Nu BEN ik het vergeten.

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord

HEB jij nog iets leuks gedaan?

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord

Persoonsvorm

Haal de persoonsvorm uit de zin.

Wij gaan binnenkort verhuizen.

Ik verheug me erop.

Papa gaat me helpen inrichten.

Ik wil een bed onder mijn raam.

Onderwerp

Haal het onderwerp uit de zin.

Wij gaan binnenkort verhuizen.

Ik verheug me erop.

Papa gaat me helpen inrichten.

Ik wil een bed onder mijn raam.