De klucht van de koe



De klucht van de koe
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson



De klucht van de koe

Slide 1 - Slide

Wat zijn de kenmerken
van een klucht?

Slide 2 - Mind map

Kenmerken klucht
kort toneelstuk
volksvermaak met moraal
thema's: gierigheid, overspel, dronkenschap
humor: woordspelingen, seksueel getinte opmerkingen

Slide 3 - Slide

4

Slide 4 - Video

00:47
Wat is een kenmerk van de boer als personage in de kluchten uit Bredero's tijd?
A
De boer is een heldhaftig figuur
B
De boer is altijd wijs en verstandig
C
De boer wordt gezien als een tragisch figuur
D
De boer wordt vaak belachelijk gemaakt

Slide 5 - Quiz

02:25
Wat doet de oplichter in "Klucht van de koe" om de boer te misleiden?
A
Hij steelt de koe van de boer
B
Hij verkoopt de boer een neppe koe
C
Hij vraagt de boer de koe voor hem te verkopen
D
Hij vermoordt de boer om de koe te krijgen

Slide 6 - Quiz

03:24
Hoe wordt de structuur van Bredero's "Klucht van de koe" beschreven?
A
Het is een episch gedicht zonder duidelijke structuur
B
Het is een kort verhaal met één bedrijf
C
Het is een klassieke komedie opgebouwd uit vijf bedrijven
D
Het is een klassieke tragedie met een droevig einde

Slide 7 - Quiz

05:43
Wat zegt het transcript over de manier waarop mensen in de stad destijds tegen boeren aankeken in het dagelijks leven, en hoe verschilde dit van hun representatie in kluchten?



Wat zegt hij over de manier waarop mensen in de stad destijds tegen boeren aankeken in het dagelijks leven, en hoe verschilde dit van hun representatie in kluchten?

Slide 8 - Open question

Lees mee
Regel 1 t/m 81, de introductie van Gijsje de gauwdief. 

Vanaf regel 133 doet een pierewaaier zijn intrede

Slide 9 - Slide

Wat is een gauwdief?

Slide 10 - Slide

Wat is een gauwdief?

Slide 11 - Mind map

Een gauwdief is een slimme, geslepen dief. 


'Gauw' betekent vlug of snel

Slide 12 - Slide

"Laatst ving ik nog een mooie buit bij een rederijkerskamer. Met een hamer en beitel brak ik een kist open die ik daar zag liggen en ik ontdeed de kas van haar zware lading. Ik stak het geld in mijn zak en ging er mee aan de zwier bij de dames van plezier, die heerlijke snollen." (r. 13 - r. 18) 

Slide 13 - Slide

Wat is een pierewaaier?

Slide 14 - Slide

Een pierewaaier is een losbol, flierefluiter of feestbeest.  
Een pierewaaier is een losbol, flierefluiter of feestbeest.  

Slide 15 - Slide

"Ik wilde even kort met mijn vrouw knuffelen, zoenen, vrijen, maar die vervloekte trut deed niets anders dan bijten, slaan en krabben. Ik zei haar: "Zoals je wilt, vrouw. Als jij niet wil, zijn er tal van anderen." En meteen liep ik het huis uit, rechtstreeks naar de kroeg. Ik stop niet voordat mijn beurs leeg is, of mijn lijf vol bier." (r. 155- 160)

Slide 16 - Slide

  • Klucht: komisch toneelstuk, veelvoorkomende motieven zijn goedgelovigheid, overspel en dronkenschap. De bedoeling ervan was gewoon even lekker lachen en een beetje leren hoe het niet moet. De eerste Nederlandse kluchten stammen uit de 14de eeuw.
  • Eén van de personages is een gauwdief: dat is een slimme, geslepen dief. ‘gauw’ betekent ‘vlug’ of ‘snel’.
  • Een ander personage is een optrekker: dat is een slampamper, pierewaaier, losbol, doordraaier.
  • Rederijkerskamer: Rederijkers (1450-1650) In de vijftiende eeuw werden overal in de Nederlanden rederijkerskamers gesticht: verenigingen waar stedelingen samen kwamen om met elkaar literatuur te beoefenen. Rederijkers organiseerden regelmatig besloten bijeenkomsten en grote publieke feesten en wedstrijden waar toneelstukken werden opgevoerd en gedichten voorgedragen

Slide 17 - Slide

Hoe wordt de boer getypeerd in De klucht van de koe?
A
sluw
B
goedgelovig
C
agressief
D
hitsig

Slide 18 - Quiz

Wat is een bekend werk van Bredero?
A
De klucht van de molenaar
B
De klucht van de koe
C
De Spaanschen Brabander
D
Nederduytschen Rijmen

Slide 19 - Quiz

Wanneer werd de klucht van de koe gepubliceerd?
A
1612
B
1619
C
1618
D
1585

Slide 20 - Quiz

Hoe heette de rederijkerskamer waar Bredero lid van was?
A
Het wil lavendel
B
D'Eglentier
C
De Violetten
D
Het Rosemarijnbloemken

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video