This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Klucht van de Koe, les 1
Slide 1 - Slide
3V Klucht van de koe les 1
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Kennismaking met het literaire werk "Klucht van de koe" van Bredero.
Begrip van de historische en culturele context van de 17e eeuw in Nederland.
Analyse van de humor, personages en thema's in het stuk.
Het kunnen herkennen van literaire technieken en stijlelementen.
Slide 3 - Slide
Belangrijke begrippen
Slide 4 - Slide
Klucht: komisch toneelstuk, veelvoorkomende motieven zijn goedgelovigheid, overspel en dronkenschap. De bedoeling ervan was gewoon even lekker lachen en een beetje leren hoe het niet moet. De eerste Nederlandse kluchten stammen uit de 14de eeuw.
Eén van de personages is een gauwdief: dat is een slimme, geslepen dief. ‘gauw’ betekent ‘vlug’ of ‘snel’.
Een ander personage is een optrekker: dat is een slampamper, pierewaaier, losbol, doordraaier.
Rederijkerskamer: Rederijkers (1450-1650) In de vijftiende eeuw werden overal in de Nederlanden rederijkerskamers gesticht: verenigingen waar stedelingen samen kwamen om met elkaar literatuur te beoefenen. Rederijkers organiseerden regelmatig besloten bijeenkomsten en grote publieke feesten en wedstrijden waar toneelstukken werden opgevoerd en gedichten voorgedragen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Lees mee
Regel 1 t/m 81, de introductie van Gijsje de gauwdief
Teken of schrijf tijdens het luisteren op je bordje belangrijke dingen uit dit deel van het verhaal
Slide 7 - Slide
Opdracht 7: rijm
Slide 8 - Slide
Eindrijm
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank.
Kijk maar naar het gedicht hiernaast:
Slide 9 - Slide
Rijmschema
Van het eindrijm kun je een rijmschema maken.
Je geeft elke rijmklank een nieuwe letter. De klank in de eerste regel a, de volgende klank b, etc.