What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
SE06 Poëzieanalyse V5 Les 5: Stijlfiguren (2)
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesdoel:
Aan het eind van deze lessenserie kun je:
gedichten analyseren op vorm;
vertellen welke vormen van beeldspraak er zijn;
vertellen welke stijlfiguren er zijn;
en daarmee gedichten analyseren op inhoud.
Slide 2 - Slide
Hoe zat het ook alweer?
Willen jullie alsjeblieft even stil zijn?
A
antithese
B
retorische vraag
C
repetitio
D
enumeratio
Slide 3 - Quiz
Hoe zat het ook alweer?
Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk, zo vrolijk. Ik ben behoorlijk vrolijk, zo vrolijk was ik nooit!
A
antithese
B
retorische vraag
C
repetitio
D
enumeratio
Slide 4 - Quiz
Hoe zat het ook alweer?
Groot geworden door klein te blijven.
A
antithese
B
paradox
C
repetitio
D
enumeratio
Slide 5 - Quiz
Hoe zat het ook alweer?
'Zelfs nu je zwijgt, hoor ik je graag.'
A
antithese
B
paradox
C
repetitio
D
enumeratio
Slide 6 - Quiz
Stijlfiguren
... om je 'lichter' uit te drukken dan je bedoelt';
... om je 'zwaarder' uit te drukken dan je bedoelt;
... om iets extra nadruk te geven;
... om de lezer aan het denken te zetten;
... om een grappig effect te bereiken.
Slide 7 - Slide
Uitleg (zie bladzijde 26)
1. Eufemisme
2. Climax / Anti-climax
3. Pleonasme
4. Tautologie
5. Hyperbool
Slide 8 - Slide
Dus:
Verzachtende uitdrukking, gebruikt voor zaken waar je niet zo makkelijk over praat of omdat je niet grof wilt overkomen.
A
eufemisme
B
climax/anti-climax
C
pleonasme
D
tautologie
Slide 9 - Quiz
Dus:
Een begrip wordt herhaald door middel van een synoniem (een ander woord van dezelfde woordsoort).
A
eufemisme
B
climax/anti-climax
C
pleonasme
D
tautologie
Slide 10 - Quiz
Dus:
Een eigenschap die al in het woord aanwezig is, wordt extra benadrukt.
A
eufemisme
B
climax/anti-climax
C
pleonasme
D
tautologie
Slide 11 - Quiz
Dus:
Een opsomming waarbij de inhoud steeds sterker/zwakker wordt.
A
eufemisme
B
climax/anti-climax
C
pleonasme
D
tautologie
Slide 12 - Quiz
Jongens, ik heb dit nu al duizend keer uitgelegd!
Slide 13 - Open question
Oefenen!
Pak je lesbrief erbij op bladzijde 9
en maak opdracht 4.
Slide 14 - Slide
More lessons like this
SE06 Poëzieanalyse V5 Les 5: Stijlfiguren (2)
June 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
SE06 Poëzieanalyse V5 Les 4: Stijlfiguren (1)
April 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
SE06 Poëzieanalyse V5 Les 4: Stijlfiguren (1)
June 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
SE06 Pöezieanalyse V5 Les 2: Beeldspraak - metaforen
April 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
SE06 Poëzieanalyse V5 Les 3: Beeldspraak - metonymia
April 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
KL4P2: poëzie: stijlfiguren
October 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
poëzie les 2
September 2017
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
Leerjaar 2
Klas 3 - Les 11 - H2 t/m H4 Gedicht
December 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2