1.2 organen, weefsels, cellen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Basisstof 2 Organen, weefsels en cellen

Beantwoordt de volgende vragen in je schrift:

1. Wat is de definitie van een weefsel?

2. Welke orgaanstelsels zijn betrokken bij het voorzien van energie aan alle cellen?

Havo 4

Leerdoelen

1. Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en hun kenmerken en functies beschrijven
2. Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen
3. Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie

Lezen kopje orgaanstelsels blz. 15

Maak opdracht 10 en 11 zodra je klaar bent met lezen

Cellen

Je lichaam is opgebouwd uit 30 tot 37 biljoen (30.000 miljard) cellen.

Je lichaam heeft heel veel verschillende cellen. Iedere type cel heeft zijn eigen functie. 

De vorm van de cel wordt bepaald door de functie van de cel. 

Leerdoel: Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen

Weefsel

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel

Je lichaam bevat veel verschillende weefsels

Niet in alle weefsels liggen de cellen strak tegen elkaar aan. Er is ruimte tussen de cellen waar zich tussencelstof bevindt. 

De tussencelstof is in ieder weefsel anders en draagt bij aan de functie van het weefsel

In beenweefsel bestaat de tussencelstof bijvoorbeeld o.a. uit kalkzouten. Deze kalkzouten zorgen dat het weefsel hard wordt. 

Leerdoel: Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen

Orgaan

Organen bestaan uit verschillende weefsels die samen een nieuwe emergente eigenschap mogelijk maken. 

Een hart bestaat bijvoorbeeld uit hartspierweefsel, bindweefsel, epitheelweefsel (bloedvaten)

De weefsels samen bouwen het orgaan op en zorgen ervoor dat het hart kan samentrekken om bloed te pompen.

Leerdoel: Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen

Orgaanstelsels

In een orgaanstelsel werken verschillende organen samen. 

Het bloedvatenstelsel bestaat uit het hart en de bloedvaten. Samen zorgen ze ervoor dat het hele lichaam voorzien kan worden van bloed. 

Leerdoel: Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen

https:

Lezen blz. 15 en 16

Maken opdracht 12 en 13. 

Vanaf 07.00 mag je overleggen

Snel klaar? 

Ga dan alvast aan de slag met kopje vorm en functie. Opdracht 14 t/m 16 

Lesafsluiting

Waaruit bestaat een weefsel?

Hoe noemen we de stof tussen de cellen in een weefsel?

Is de tussencelstof in ieder weefsel anders of hetzelfde?

1. Anders
2. Hetzelfde

De tussencelstof in een weefsel ondersteunt de functie van het weefsel

1. Juist
2. Onjuist

Welke orgaanstelsel werken samen om het hele lichaam van zuurstof te voorzien?

Hoeveel orgaanstelsels kun je bedenken?