3.7 grammatica woordsoorten (les 2 do)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek
  • je etui
  • klascode yryox
De les start en je bent stil:
timer
1:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek
  • je etui
  • klascode yryox
De les start en je bent stil:
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhalen: psv en bzv
  • Nieuw: telwoorden
  • Werkmoment
  • Lesdoel behaald?
  • Toets lezen bespreken om 13.45 uur
  • Afsluiten van de les


  • Je kent de 'bekende' woordsoorten.
  • Je herhaalt psv en bzv.
  • Je leert het telwoord. 

Slide 2 - Slide

Bekende woordsoorten
  • lw = de, het, een
  • bn = zegt iets over zn. Welke auto? De rode auto.
  • zn = dieren, mensen, dingen, namen. Je kunt er een lw voor zetten.   
  • ww = kun je veranderen: ik loop, jij loopt, wij lopen
  • vz = De vogel vliegt ..... in de kooi.   /    ...... de vakantie.
  • vw = voegt woorden/zinnen aan elkaar: en, maar, want, omdat, ...
  • psv en bzv?

Slide 3 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord (psv / p. 67)

  • Staan vaak in de plaats van een zelfstandig naamwoord (zn).

Kees heeft verkering met Ilse. Hij heeft verkering met haar.
Peter en Kees voetballen. Zij voetballen.
De fiets is gestolen. Hij is gestolen.
Het regent al de hele dag.

Slide 4 - Slide

psv: persoonlijk voornaamwoord
Je hoeft niet te weten of het de onderwerpsvorm 
of de voorwerpsvorm is, de rest wel!

Slide 5 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Geeft aan van wie iets is = bezit.

Staat vóór een zelfstandig naamwoord.


Dat is mijn idee.

Nee, het is hun idee.

Echt niet, het is ons idee.


Slide 6 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 7 - Slide


Hoofdtelwoorden (htw)
 => hoeveelheid.

Ik heb er....
  • drie
  • zevenhonderd
  • veel
  • (een) paar

Rangtelwoorden (rtw)
=> rangorde

Ik sta als  .... in de rij.
  • eerste
  • middelste
  • laatste
  • zoveelste
Telwoorden (tw / p. 70)

Slide 8 - Slide

Werken in groepjes
  • Belangrijk dat iedereen de antwoorden opschrijft.
  • Belangrijk dat je het eens bent over de antwoorden.
  • Belangrijk dat je doorwerkt en alle opdrachten doet.
  • Belangrijk dat je het werkblad de volgende les meeneemt.

Slide 9 - Slide

Werken in groepjes
werkblad: opdr: 5a en b
opdr: 6a en b
opdr: 8a en b
opdr: 9a  en b
opdracht 7

theorie
tijd
leest
controle
timer
10:00
boek p. 249
voorzitter
antwoord bij mij

Slide 10 - Slide

Lesdoelen behaald?
  • Je kent de 'bekende' woordsoorten.
  • Je herhaalt psv en bzv.
  • Je leert het telwoord. 

Slide 11 - Slide

Toets bespreken
  • Je ziet de antwoorden en de punten.
  • Ik benoem kort opvallende dingen.
  • Heb je een vraag? Zet een vraagteken bij die vraag.
  • Na het bespreken, neem ik de toets in.
  • Dan kun je je vraag stellen. 

Slide 12 - Slide

Reflectie op de toets
Volgende keer:
  1. Preciezer antwoord geven.
  2. De vraag nauwkeuriger lezen.
  3. Iets meer de tekst eromheen lezen.
  4. Beter verschil tussen feit en mening weten.
  5. Tekstdoelen uit mijn hoofd kennen.

Slide 13 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk volgende les staat in Magister.
  • Zorg dat je je werkblad weer bij je hebt.

Slide 14 - Slide