Column les 3: Aantrekkelijk schrijven 1

Nederlands
Schrijven: Column

Les 3: 
Aantrekkelijk schrijven
Wat is dat?



H3 P2 2024-2025
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Nederlands
Schrijven: Column

Les 3: 
Aantrekkelijk schrijven
Wat is dat?



H3 P2 2024-2025

Slide 1 - Slide

We starten met ...

... een nieuwsquiz.

Slide 2 - Slide

Vorige les heb je geleerd ...

... wat een column is.
... wat de kenmerken van een column zijn.

Ook heb je nagedacht over hoever je mag/kan gaan in een column.

Slide 3 - Slide

Aan het einde van deze les ...

... weet je wat een tekst aantrekkelijk maakt; wat aantrekkelijk schrijven is.

... hoe je door je manier van schrijven een tekst aantrekkelijk kunt maken. 

Slide 4 - Slide

Wat gebeurt er met jou/wat doet een tekst met jou als jij deze aantrekkelijk vindt om te lezen?
Wat bereikt de schrijver dan bij jou?

Slide 5 - Mind map

Wanneer vind jij een tekst aantrekkelijk om te lezen? Wat maakt een tekst aantrekkelijk? Wat doet de schrijver dat de tekst aantrekkelijk is om te lezen?

Slide 6 - Mind map

Aantrekkelijk schrijven! Wat is dat?
Je lezer een glimlach bezorgen, laten lachen, meenemen in het verhaal, de tekst laten 'zien, horen, voelen, ruiken en proeven'.

Je lezer raken, prikkelen, in spanning houden, verrassen, verleiden, 
verbazen en op het verkeerde been zetten.

Maar ook je lezer laten lezen zonder dat hij stukken moet 
herlezen om te begrijpen wat er staat.

Slide 7 - Slide

Aantrekkelijk schrijven! Hoe?

  • bijvoeglijke naamwoorden en verkleinwoorden
  • synoniemen voor 'gewone, alledaagse taal' 
  • situatieschetsen
  • korte, bondige zinnen
  • persoonlijke, informele benadering van het onderwerp
  • beeldend en tastbaar schrijven (beeldspraak en stijlfiguren )

Slide 8 - Slide

Beeldspraak

Op de volgende slide wordt uitgelegd wat beeldspraak is. 

Daarna volgt een aantal slides met verschillende vormen van beeldspraak en uitleg.


Slide 9 - Slide

Wat is beeldspraak?

Beeldend (figuurlijk - niet letterlijk) taalgebruik.
Beeldspraak heeft altijd met vergelijkingen te maken.

Met beelden kan iets extra duidelijk worden gemaakt, worden benadrukt, krachtiger worden uitgedrukt. Ook kun je met beeldspraak de aandacht van de lezer trekken, de lezer verrassen en de lezer je tekst laten beleven. 

Slide 10 - Slide

Vergelijking met als
Bij een vergelijking met als zijn 3 elementen aanwezig.

object         hetgeen dat vergeleken wordt
beeld           hetgeen waarmee het object vergeleken wordt
verbindingswoord         als, net als, alsof

Lachen als een boer met kiespijn.

Slide 11 - Slide

Vergelijking zonder als
Bij een vergelijking zonder als zijn 2 elementen aanwezig.

object 
beeld 
Het verbindingswoord ontbreekt.

Johan is een angstige wezel

Slide 12 - Slide

Metafoor
Bij een metafoor is 1 element aanwezig.

beeld
Het object en verbindingswoord ontbreken.

De koning van de wildernis sloop dichterbij.
object = de leeuw

Slide 13 - Slide

Personificatie
Een levenloos voorwerp/verschijnsel krijgt menselijke eigenschappen/menselijk gedrag toegekend. 

De telefoon slaapt op het bureau van de docent.

Het papier is geduldig.

Slide 14 - Slide

Metonymia
Er wordt iets genoemd wat op een bepaalde manier te maken heeft met dat wat bedoeld wordt. Er is geen overeenkomst, maar een andere relatie.

Doe nog maar een bakkie.          verpakking i.p.v. inhoud (koffie)
Er is een nieuwe Rembrandt ontdekt.         maker i.p.v. product (schilderij)
De docent telt alle neuzen.          deel i.p.v. geheel (leerlingen) 
Nederland heeft gewonnen.         geheel i.p.v. deel (Nederlands elftal)

Slide 15 - Slide

Eerste schrijfopdracht - stap 1
Schrijf een stuk tekst van 150-200 woorden, bijv. over 1 van onderstaande onderwerpen:
  • jouw grootste passie
  • jouw grootste ergernis
  • jouw grootste wens
  • het allerbelangrijkste in jouw leven
  • het grootste vraagstuk in jouw leven
  • iets anders groots, kleins, bijzonders, vervelends, onbegrijpelijk

Wat schrijf je over jouw onderwerp? Alles mag! Wil je meer richting? Beschrijf je onderwerp in het algemeen en geef je mening.

Slide 16 - Slide

Eerste schrijfopdracht - stap 2

  1. Voeg aan elke zin een bijvoeglijk naamwoord toe.
  2. Maak van een aantal zelfstandige naamwoorden verkleinwoorden
  3. Gebruik synoniemen: kies een ander woord met dezelfde betekenis.
  4. Verwerk 2 vergelijkingen (beeldspraak) in je tekst.

Slide 17 - Slide