Kern les 19

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel
Je leert hoe je teksten beter begrijpt door op 
doel-middel verbanden te letten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Lees de tekst op bladzijde 78.
In de laatste zin staat dat we alles kunnen leren.
Hoe kunnen we alles leren volgens de schrijver?

Slide 9 - Open question

Het woord 'door' in de laatste zin geeft een verband aan.
Hoe noem je zo'n woord?
A
Verwijswoord
B
Signaalwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quiz

En nu aan de slag!
  1. Lees de uitleg in het vak BELANGRIJK.
  2. Maak vraag 4 tot en met 8. 

Slide 11 - Slide

Vraag 9, 10, 11 en 12

Slide 12 - Slide

Lees de tips over pesten in de tekst.
In de eerste zin van tip 1 staat het woord 'door'.
Is dit een doel-middel signaalwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

In de laatste zin van tip 2 staat twee keer het woordje 'om'.
Is de tweede 'om' een doel-middel signaalwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Vraag 11: In de inleiding en bij de laatste tip vind je ook doel-middel signaalwoorden.
Welke woorden ga je omcirkelen?

Slide 15 - Open question

Maak een zin van het volgende doel en middel:
Doel: kunnen schrijven
Middel: pen

Slide 16 - Open question

Maak een zin met het volgende doel en middel:
Doel: taart bakken
Middel: recept

Slide 17 - Open question

Ik weet wat een doel-middel verband is en welke signaalwoorden erbij horen.
Ja
Nee
Nog niet helemaal

Slide 18 - Poll

Ik kan doel-middel verbanden herkennen in teksten.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik kan uitleggen waarom er in een zin wel of geen doel-middel verband is
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik kan zelf een zin maken met een doel-middel verband
0100

Slide 21 - Poll